Laden...

Het oordeel van de rechter

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Amsterdam > Nieuws > Het oordeel van de rechter
Amsterdam, 01 juli 2019

De rechtbank Amsterdam doet ongeveer 140.000 uitspraken per jaar. Iedere week selecteren we 8 van de belangrijkste en meest opvallende zaken per rechtsgebied.

Straf - Celstraf na diefstal met geweld in Nieuw-West

27 juni - Een 21-jarige man krijgt 24 maanden gevangenisstraf waarvan 6 maanden voorwaardelijk omdat hij in september 2017 een man in Amsterdam-Nieuw-West onder bedreiging van een vuurwapen van zijn portemonnee en telefoon heeft beroofd. Daarna moest het slachtoffer zijn inloggegevens voor zijn telefoon en internetbankieren afgeven. Nadat het niet lukte via mobiel bankieren geld over te maken is het slachtoffer gedwongen op een scooter te stappen om geld te gaan pinnen. Uiteindelijk wist het slachtoffer te ontkomen door van de scooter af te springen. De rechtbank weegt in de straf mee dat de 21-jarige man probeerde veel geld van de rekening van het slachtoffer over te maken. Bovendien gaf hij geen verklaring voor zijn daden. Omdat de man niet eerder is veroordeeld, legt de rechtbank een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op. Ook moet hij ruim 3900 euro schadevergoeding betalen.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2019:4438

Straf - Celstraffen voor oplichting bij windenergie

28 juni - Een 37-jarige man krijgt 48 maanden gevangenisstraf omdat hij samen met anderen investeerders heeft opgelicht en geld heeft witgewassen. Ook mag hij 2 jaar en 48 maanden geen beleggingsproducten verkopen. Zes mededaders – mannen tussen de 43 en 70 jaar – krijgen straffen tussen 36 maanden gevangenisstraf en een taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden. Vier van hen mogen ook tijdelijk geen beleggingsproducten verkopen. De 37-jarige man is samen met mededaders betrokken geweest bij de verkoop van obligaties van Noordenwind (investeringen in vastgoed). Hij was vervolgens met drie anderen ook betrokken bij de verkoop van obligaties van Hollandsche Wind (investeringen in windenergie). Beleggers investeerden ruim 8 miljoen euro in de producten van Noordenwind en/of Hollandsche Wind. Dit geld investeerden de mannen echter grotendeels niet in wat zij beloofden. Zij gebruikten het voor privédoeleinden. De beleggers worden niet-ontvankelijk verklaard en er wordt geen schadevergoedingsmaatregel opgelegd.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2019:4493
ECLI:NL:RBAMS:2019:4495
ECLI:NL:RBAMS:2019:4496
ECLI:NL:RBAMS:2019:4504
ECLI:NL:RBAMS:2019:4519
ECLI:NL:RBAMS:2019:4529
ECLI:NL:RBAMS:2019:4532

Bestuur - Eenmansprotest op de Dam mag

5 juni - Anders dan de pro-Palestinademonstrant die werd genoemd in een uitspraak (ECLI:NL:RBAMS:2019:1611), mag de burgemeester het recht van een andere pro-Palestina-activist om te protesteren niet beperken. Dat heeft de voorzieningenrechter voorlopig geoordeeld. De pro-Palestina-activist protesteert regelmatig op de Dam in Amsterdam. Hij houdt daarbij geen toespraken of voordrachten, maar staat daar met een hengel met de Palestijnse vlag en heeft op zijn scootmobiel foto’s met klittenband geplakt. Zijn protest moet worden aangemerkt als een eenmansprotest en heeft geen collectief karakter. Daarom kan het niet worden aangemerkt als een manifestatie in de zin van de Wet openbare manifestaties. De burgemeester mocht dit recht dus niet beperken door te bepalen dat de man alleen mag demonstreren op bepaalde zondagen, maximaal drie uur in de daartoe aangewezen vakken op de Dam.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2019:2313

Bestuur - Voorlopig geen hotel in Christus Koningkerk

26 juni - De gemeente Amsterdam moet opnieuw kijken naar de aanvraag voor het realiseren van een hotel in de Christus Koningkerk. Dat heeft de rechtbank geoordeeld. Verschillende omwonenden waren het niet eens met de afgegeven vergunning en menen onder meer dat een hotel op deze plek in strijd is met het Overnachtingsbeleid 2017 van de gemeente. Volgens dit beleid bevindt de Christus Koningkerk zich in een zogenoemd “nee-gebied’ waar geen nieuwe hotels mogen komen. De gemeente en de aanvrager ontkennen dat niet, maar stellen dat de vergunning terecht is verleend op grond van de overgangsregeling. De rechtbank gaat hier niet in mee: uit de stukken blijkt niet dat de gemeente het vertrouwen heeft gewekt dat het oude beleid van toepassing zou blijven. De gemeente had de aanvraag dus moeten toetsen aan het strengere Overnachtingsbeleid 2017. De vergunning wordt vernietigd en de gemeente moet opnieuw beslissen op de aanvraag. Met deze uitspraak vervalt de eerdere voorlopige voorzieningsuitspraak.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2019:4520

Kanton - Ontevreden huurster krijgt geen huurkorting

27 juni - Een huurster van Ymere krijgt geen huurkorting (van 4.400 euro) vanwege een ernstige lekkage in haar woning op IJburg in 2014 omdat zij onvoldoende kon bewijzen dat zij daarover bij Ymere heeft geklaagd. Dat heeft de kantonrechter bepaald. De woningcorporatie betaalde de vrouw al eerder 7.000 euro en gaf haar een huurkorting van ruim 100 euro per maand tot de lekkage in 2014 werd verholpen. De vrouw stelde echter dat de lekkage nooit is verholpen en steeds terugkwam. Maar bewijzen hiervoor ontbreken. Ook bewees de vrouw onvoldoende dat zij naar een andere woning van Ymere in Amsterdam-Zuidoost is verhuisd omdat de lekkage in haar woning op IJburg te heftig zou zijn geworden.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2019:4502

Kanton - Huurder moet huis uit na woonfraude

27 juni - De huurder van een sociale huurwoning in Amsterdam-Nieuw-West moet zijn huis uit omdat hij toen hij de huurovereenkomst aanging onjuiste informatie heeft verstrekt. Daarom mocht woningcorporatie de Alliantie de huurovereenkomst vernietigen vanwege bedrog. Dat heeft de kantonrechter bepaald. Namens de huurder is onder andere een vervalst uittreksel van de basisadministratie overgelegd. Hierdoor had hij ten onrechte een veel langere woonduur dan die hij echt had. Met de juiste gegevens zou de Alliantie nooit de huurovereenkomst zijn aangegaan omdat de huurder dan niet in aanmerking kwam voor zijn woning. De huurder stelde dat hij geen bedrog had gepleegd en zelf was opgelicht door het bemiddelingsbureau. Daar ging de kantonrechter niet in mee. De huurder verwees in zijn correspondentie met het bemiddelingsbureau immers naar een (niet bestaand) huurcontract van een woning in Diemen.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2019:4503

Civiel - Dak lekt alweer; toch geen dwangsom

25 juni - Het water stroomt nog steeds over de badkamervloer naar de gang en het dak lekt alwéér. Toch hoeft de verhuurder van een Amsterdams appartement voorlopig niet de dwangsommen te betalen, die de kantonrechter (rechter 1) in december 2018 oplegde voor als de verhuurder niet zou repareren. Dat heeft de rechter in kort geding (rechter 2) bepaald in een zogenaamd executiegeschil. De huurders wilden 25.000 euro aan dwangsommen incasseren, omdat niet tijdig aan het vonnis van rechter 1 was voldaan. De verhuurder ziet dat anders. Hij heeft de meeste gebreken verholpen en zelfs een geheel nieuwe badkamer aangelegd. Het dak was gerepareerd, maar er zijn weer nieuwe lekkages ontstaan. Het achterhalen van de oorzaak van lekkages is nou eenmaal vaak problematisch. Rechter 2 vindt dat de verhuurder zich voldoende heeft ingespannen en schorst de uitvoering van de dwangsom.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2019:4528

Civiel - Afspraken over bodemsanering niet meer te achterhalen

26 juni - Een aannemingsbedrijf hoeft geen 440.000 euro te betalen aan haar opdrachtgever, omdat die niet tevreden was over werkzaamheden voor bodemsanering. Dat heeft de rechtbank geoordeeld. Het aannemingsbedrijf had in 2013 werkzaamheden verricht voor sanering van de bodem voor het vastgoedproject De Remise in Haarlem. De opdrachtgever klaagde in 2017 dat die werkzaamheden niet volledig waren uitgevoerd. Hij wilde een schadevergoeding omdat het bedrijf een wanprestatie had geleverd, of een vergoeding van minderwerk. De rechtbank oordeelt echter dat de opdrachtgever daar geen recht meer op heeft, omdat de informatie waarop zij de vergoeding van minderwerk baseert al sinds 2013 bij hem bekend was. En in 2014 zijn zij – na uitgebreide onderhandelingen – een eindafrekening overeengekomen. Ook is het niet duidelijk dat er een wanprestatie is geleverd, omdat de afspraken over in hoeverre de verontreiniging zou worden opgeruimd, niet voldoende duidelijk zijn.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2019:4427

Uitspraken