6 december - Een 36-jarige man krijgt 3,5 jaar gevangenisstraf voor 19 bedrijfsinbraken en pogingen daartoe die hij tussen juli 2017 en april 2018 heeft gepleegd. Ook moet hij ruim 2.100 euro schadevergoeding betalen. De inbraken waren verspreid over Amsterdam en één in Eindhoven, waarbij de man onder meer geld en tientallen laptops buitmaakte. In totaal maakte hij 32 slachtoffers. In een aantal gevallen trapte hij onder meer deuren uit hun sponning, brak hij kluizen open en vernielde kasten. De schade liep soms tot in de duizenden euro’s. In de straf weegt mee dat de man geen openheid van zaken gaf over zijn gedrag. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2018:8674

7 december - Drie mannen van 31, 43 en 51 jaar zijn veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie die zich bezighield met het importeren en verhandelen van harddrugs. Ze krijgen straffen opgelegd van respectievelijk 13 jaar en 5 maanden, 4 jaar en 6 maanden en 5 jaar en 6 maanden. De 31-jarige en de 51-jarige man zijn daarnaast onder meer schuldig aan de smokkel van 261 kilo cocaïne met de viskotter Z181. De drie mannen hadden in de organisatie ieder een eigen rol: de 31-jarige beheerde de financiën en onderhield de contacten met de leveranciers van de drugs, de 51-jarige man onderhield het contact met de vissers op de kotter en bereidde de smokkel voor. De man van 43 fungeerde als tussenpersoon tussen zijn twee medeverdachten. Hij heeft bovendien opdracht gegeven aan de 31-jarige man om een woning te beschieten. De twee worden vrijgesproken van een poging tot doodslag. Wel zijn ze schuldig aan respectievelijk medeplegen en uitlokken van bedreiging.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2018:8698
ECLI:NL:RBAMS:2018:8712
ECLI:NL:RBAMS:2018:8713

4 december- De burgemeester mocht een woning in Nieuw-Sloten voor drie maanden sluiten nadat daar een handelshoeveelheid drugs (13 xtc-pillen) was aangetroffen. Dat heeft de rechtbank geoordeeld. Anders dan de huurder van de woning vindt de rechtbank dat de burgemeester wél bevoegd was om de woning te sluiten. De man heeft namelijk niet aannemelijk kunnen maken dat de pillen voor eigen gebruik – en dus niet voor de handel – bedoeld waren. Bovendien was de woning feitelijk niet bewoond, omdat de man op het moment van de drugsvondst gedetineerd zat. De burgemeester mocht de woning daarom direct sluiten en hoefde niet alleen een waarschuwing te geven. De burgemeester heeft volgens haar eigen beleid gehandeld. Zij mocht een groot belang toekennen aan het herstellen van de openbare orde, die door de handelshoeveelheid drugs in de woning was verstoord.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2018:8483

7 december - De belastingdienst van Amsterdam moet de methode aanpassen waarmee zij de erfpachtcorrectie voor woningen berekent. Dat heeft de rechtbank geoordeeld. Een woningbezitter uit IJburg had de zaak aangespannen omdat hij de WOZ-waarde voor zijn woning te hoog vindt. De belastingdienst gebruikt de correctie bij het vaststellen van de WOZ-waarde als sprake is van erfpacht. De belastingdienst telt de erfpachtcorrectie dan op bij de geregistreerde verkoopprijs om de marktwaarde van de volledige eigendom te berekenen. De rechtbank vindt dit in principe juist. Op twee punten echter vindt de rechtbank de uitleg van de heffingsambtenaar niet goed. Ten eerste wordt de erfpachtcanon iedere vijftig jaar opnieuw vastgesteld, en kan de toekomstige canon niet worden voorspeld op basis van de huidige canon, zoals nu gebeurt. Ten tweede heeft de belastingdienst niet goed onderbouwd in hoeverre de woningmarkt rekening houdt met erfpacht.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2018:8714

29 november - ABN Amro moet een werknemer, die al bijna 30 jaar in dienst was, een passende functie binnen de bank aanbieden. Dat oordeel velde de interne ontslagcommissie van de bank eerder al, maar dat werd toen niet gevolgd door het management. De kantonrechter oordeelt nu in kort geding dat die beslissing wel moet worden gevolgd. Ook moet ABN Amro de opleiding betalen die de man nodig heeft om zijn nieuwe functie goed te kunnen vervullen. Nadat de functie van de man bij de reorganisatie vorig jaar kwam te vervallen, toonde de man belangstelling in nieuw ontstane functies. Het lukte volgens de bank niet de man daarin te plaatsen. Maar dat klopt niet: de man heeft volgens de kantonrechter voldoende aangetoond dat hij met enige bijscholing die nieuwe functie wel aankan.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2018:8683

6 december - Een bruidegom hoeft 1.200 euro minder te betalen voor zijn alcoholvrije huwelijksdiner dan was overeengekomen. Tijdens het diner in de IJ-kantine in Noord werd – tegen de afspraken in – alcoholvrij bier geschonken. De kantonrechter vindt aannemelijk dat het bruidspaar flink schrok toen zij meende dat gasten bier dronken. Om die schrik op de bruiloft te compenseren krijgt de bruidegom 7,5% korting. Volgens de bruidegom was het restaurant ook tekortgeschoten in de opstelling van de tafels en stoelen; er was maar 30 centimeter ruimte tussen de stoelen als die waren aangeschoven. De kantonrechter oordeelt echter dat de bruidegom zelf had kunnen bedenken dat het behoorlijk vol zou zijn tijdens het diner, omdat hij een plattegrond van de IJ-kantine had gekregen.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2018:8611

5 december - Een souvenirwinkel aan het Damrak mag geen zogenoemde ‘hoodies’ (sweaters met capuchon) meer verkopen met de tekst ‘In Amsterdam we trust’ daarop bedrukt. Dat heeft de voorzieningenrechter geoordeeld. De souvenirwinkel maakt daarmee namelijk inbreuk op het auteursrecht van de ontwerper van de hoodie met de originele tekst ‘In Gold we trust’. De souvenirwinkel moet nu aantonen hoeveel hoodies er zijn geproduceerd en verkocht, tegen welke prijs en hoeveel stuks er nog in voorraad zijn. Verder moet zij de ontwerper 5000 euro betalen voor advocaatkosten.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2018:8676

5 december - Als een verkoper op het moment van een aandelentransactie niet op de hoogte is van een belastingaanslag, hoeft hij deze niet alsnog te betalen. Dat heeft de rechtbank geoordeeld. Twee bedrijven sloten in 2011 een overeenkomst voor de verkoop van aandelen in een derde bedrijf. Na de verkoop bleek echter dat het bedrijf waarvan de aandelen werden gekocht, nog een belastingaanslag van 230 duizend euro uit 2007 moest betalen. De koper wilde dat de verkoper die belastingaanslag alsnog zou betalen. De rechtbank heeft in een tussenvonnis bepaald dat het daarbij van belang is of de verkoper op dat moment van het bestaan van de belastingaanslag wist. De rechtbank heeft de koper opgedragen dat te bewijzen. Dat is haar niet gelukt. Uit de verklaringen van de getuigen die zijn gehoord, kan namelijk niet worden afgeleid dat de verkoper op de hoogte was van de belastingaanslag. De vorderingen worden daarom afgewezen.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2018:8675