6 juli - De rechtbank oordeelde dat een heffingsambtenaar van de gemeente een Amsterdams grachtenpand niet te hoog heeft gewaardeerd. Hij bepaalde de waarde op bijna twee miljoen euro door te kijken naar verkoopcijfers van vergelijkbare grachtenpanden in de omgeving. Op basis daarvan vond belastingheffing plaats. De eigenaar was het hiermee oneens. De rechtbank vond echter dat de heffingsambtenaar dit mocht doen omdat die panden voldoende vergelijkbaar zijn met de woning. De woningverkopen waar de man op wees, waren minder vergelijkbaar. Een daarvan had namelijk een hogere prijs per vierkante meter. Ook was voldoende rekening gehouden met de overlast rondom de woning van onder meer toeristen die drugs gebruiken, welke problematiek geldt voor de hele binnenstad en dus ook verdisconteerd is in de lagere verkoopprijs van de vergelijkingsobjecten, op basis waarvan de waarde van de woning werd bepaald.
Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2023:4069