Laden...

Het oordeel van de rechter

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Amsterdam > Nieuws > Het oordeel van de rechter
Amsterdam, 12 december 2022

De rechtbank Amsterdam doet ongeveer 140.000 uitspraken per jaar. Iedere week selecteren we een aantal van de belangrijkste en meest opvallende uitspraken per rechtsgebied.

Straf - Celstraf voor juwelendief

8 december - Een 49-jarige man is veroordeeld tot 27 maanden gevangenisstraf voor drie diefstallen bij juweliers. Ook moet hij 20.000 euro schadevergoeding betalen. Op 4 februari 2020 stal hij een diamant van 40.000 euro in Amsterdam. In september 2020 stal hij twee witgouden ringen, de tweede stal hij samen met een andere man. Telkens deed hij zich voor als een bonafide koper en liet juweliers meerdere diamanten of ringen tonen. Hij pakte die op om die te bekijken, legde ze terug en maakte drukke bewegingen. Hij wees veelvuldig sieraden aan en boog vaak over de tafel. Kort erna zei hij andere sieraden te willen zien en vertrok. De diefstallen zijn op camerabeelden vastgelegd. In de straf weegt onder meer de hoge waarde van de juwelen mee en dat hij door Europa lijkt te trekken om juwelendiefstallen te plegen. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2022:7277

Bestuur - Gedupeerde toeslagenaffaire heeft recht op hoger voorschot

1 december - De Belastingdienst moet een gedupeerde van de toeslagenaffaire een hoger voorschot geven op aanvullende schadevergoeding, niet 3.500 euro maar 5.000 euro. Dat heeft de voorzieningenrechter geoordeeld. De vrouw vroeg een hoger voorschot omdat zij haar terminaal zieke broer in Suriname wil bezoeken. De Belastingdienst had een voorschot op de aanvullende schadevergoeding toegekend van 3.500 euro en zich daarbij gebaseerd op de adviezen van de Commissie Werkelijke Schade. De voorzieningenrechter oordeelt dat de adviezen niet inhoudelijk inzichtelijk en concludent zijn omdat op geen enkele manier is gemotiveerd waarom de Commissie wel ruimte ziet voor een voorschot van 3.500 euro, maar niet voor een hoger voorschot. De Belastingdienst meldde in de aanvullende reactie dat de vrouw volgens het beleidskader geen recht heeft op immateriële schade. Daarmee voldeed de Belastingdienst niet aan haar zogenoemde vergewisplicht. De voorzieningenrechter merkt daarbij op dat de Commissie en de Belastingdienst zich te formalistisch opstellen. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2022:7415

Bestuur - Souvenirwinkel in Centrum blijft voorlopig dicht

2 december - Een souvenirwinkel in het centrum van Amsterdam, die op last van de burgemeester was gesloten omdat er onder meer 371 voor gedraaide hennep joints werden gevonden, moet voorlopig dicht blijven. Dat heeft de voorzieningenrechter geoordeeld. De exploitant van de souvenirwinkel voerde aan dat hennep met een THC-gehalte van minder dan 0,2% niet in strijd is met de Opiumwet. De voorzieningenrechter gaat hier niet in mee. Op grond van de Opiumwet is het verboden om ‘elk deel van de plant van het geslacht Cannabis (hennep)’ aanwezig te hebben. Het THC-gehalte is hierbij niet relevant. Het algemeen belang van de burgemeester om de openbare orde te handhaven weegt zwaarder dan het belang van de exploitant om open te blijven tot op zijn bezwaar is beslist. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2022:7349

Bestuur - Holland & Barrett beboet voor ruim 191.000 euro

6 december - Winkelketen Holland & Barrett krijgt twee boetes van in totaal 191.250 euro. Het bedrijf verkocht tabletten als geneesmiddel zonder vergunning en maakte daarvoor vergunningsloos reclame. De rechtbank verlaagt de boete die het ministerie van Volksgezondheid oplegde met 25 procent omdat er sprake is van grove schuld, geen opzet. De winkelketen liet plaatsing van productbeoordelingen toe en verzuimde die zo snel mogelijk te verwijderen. Dat heeft de rechtbank bepaald. Het product is een geneesmiddel en geen voedingssupplement omdat in beoordelingen op de site van de winkelketen een verband wordt gelegd tussen het product en voorkomen van gewrichtspijn. Omdat het product daar is gepresenteerd als geschikt voor onder meer voorkoming van ziekte, is het een geneesmiddel. Ook is daarvoor reclame gemaakt, onder meer vanwege (aanhoudende) plaatsing van beoordelingen. Juist daardoor kan de overtreding het bedrijf worden aangerekend, ook omdat beoordelingen jaren teruggaan. Daarom wordt geconcludeerd dat het bedrijf die bewust liet staan. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2022:7416

Kanton - Picnic gebruikte foto werkneemster onrechtmatig

24 november - Online supermarkt Picnic maakte onrechtmatig inbreuk op het portretrecht van een werkneemster. Picnic moet haar daarom 10.000 euro schadevergoeding betalen. Ook mag Picnic die afbeeldingen niet meer gebruiken op straffe van een dwangsom van 1.000 euro per overtreding tot een maximum van 25.000 euro. Dat heeft de kantonrechter bepaald. In 2019 nam de werkneemster op Picnics verzoek deel aan een fotoshoot voor promotiedoeleinden. Dit zou een kortlopende Instagramcampagne zijn waarvoor zij een geringe tegenprestatie kreeg. Dat is schriftelijk overeengekomen. Deze campagne kwam echter nooit van de grond. De werkneemster ontdekte dat Picnic haar portret in plaats ervan bijna twee jaar later grootschalig gebruikte in een wervingscampagne, onder meer met (meer dan) levensgrote stickers op haar bestelbusjes. De rechter verwerpt Picnics verweer dat zij door vrijwillig mee te werken aan de fotoshoot had toegestemd in dergelijk gebruik van haar portret.  

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2022:7151

Kanton - Studente krijgt korting na schending informatieplicht

1 december - Omdat Hogeschool Windesheim de informatieverplichting schond bij het sluiten van een overeenkomst op afstand met een studente wordt de overeenkomst deels vernietigd. De studente hoeft nog maar de helft (ruim 216 euro) van het gevorderde bedrag te betalen. Dat heeft de kantonrechter bepaald. Het inschrijf- en betalingsproces van Windesheim voldeden namelijk niet aan de wettelijke eisen. Er ontbreekt een ondubbelzinnige mededeling dat door op de knop ‘Bevestigen’ te klikken een betalingsverplichting wordt aangegaan. Totale vernietiging van de overeenkomst is in dit geval niet evenredig. Daarbij weegt mee dat de studente op grond van de toepasselijke Regeling in- en uitschrijving werd beschermd. Er ontstond voor haar namelijk geen betalingsverplichting zonder dat zij een afzonderlijke machtiging voor het innen van collegegeld had afgegeven. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2022:7152

Civiel - Waardebepaling door deskundige blijft overeind

7 december - Een koper van aandelen van twee vennootschappen heeft zonder succes geprobeerd het bindende advies van een deskundige waarin de waarde van de aandelen is bepaald, te vernietigen. De koper had de aandelen tegen een prijs van 3,3 miljoen euro gekocht, maar slechts 1,4 miljoen euro betaald. Partijen hadden daarna met elkaar afgesproken dat de koper de aandelen terug zou leveren aan de verkoper tegen een door een deskundige vast te stellen waarde. De deskundige heeft de aandelen vervolgens negatief gewaardeerd en daar was de koper het niet mee eens. Die wilde dat de waardebepaling zou worden vernietigd. Daar gaat de rechtbank dus niet in mee, omdat de bezwaren die de koper heeft aangevoerd niet kunnen leiden tot vernietiging. De rechtbank volgt de koper niet in zijn bezwaren tegen de afwaardering door de deskundige van de vorderingen van de vennootschappen op zijn eigen ondernemingen. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2022:7417

Civiel - Handhavingsbesluit wordt niet geschorst

9 december - Een café in het centrum van Amsterdam heeft sinds 1987 een terras op een aanlegsteiger die voor het café ligt. De gemeente wil de steiger laten verwijderen, maar heeft toegezegd dat ze daarmee zal wachten totdat de bestuursrechter heeft beslist op het bezwaar van het café tegen het handhavingsbesluit. Voor de voorzieningenrechter is er daarom geen reden om in te grijpen en de handhaving te schorsen. Bovendien zal in een bodemprocedure zeer waarschijnlijk geoordeeld worden dat de gemeente Amsterdam eigenaar is van de steiger. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2022:7418


Uitspraken