6 juni - Het beroep dat een man instelde tegen het besluit van het Zilveren Kruis Zorgkantoor om zijn persoonsgebonden budget (pgb) te beëindigen en de betalingen op te schorten, is door de rechtbank ongegrond verklaard. De man ontving zorg op grond van de Wet langdurige zorg. De man ontving pgb om jaarlijks een aantal weken bij zijn tante in Marokko te verblijven. Zijn moeder, die de wettelijk vertegenwoordiger en budgethouder is, declareerde voor het verblijf in Marokko sinds 2012 meer uren zorg per week dan de veertig toegestane uren. Het Zorgkantoor gaf vervolgens aan dat dit niet meer kon en schortte de betalingen op en beëindigde – na een verdiepingsonderzoek – het pgb van de man. De rechtbank vindt dit een begrijpelijke keuze. Het Zorgkantoor heeft de man erop gewezen dat de wettelijk vertegenwoordiger geen declaraties meer mocht indienen voor meer dan veertig uren per week. Als de man in Marokko is, mag zijn tante wel meer zorg leveren, maar het deel daarvan dat boven de veertig uren uitgaat, kan dan niet gedeclareerd worden. Volgens de rechtbank hoefde het Zorgkantoor de veertig uren ook niet toe te kennen, omdat de wettelijk vertegenwoordiger vond dat ze recht had op meer uren.
Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2023:3597