Laden...

Het oordeel van de rechter

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Amsterdam > Nieuws > Het oordeel van de rechter
Amsterdam, 15 november 2021

De rechtbank Amsterdam doet ongeveer 140.000 uitspraken per jaar. Iedere week selecteren we een aantal van de belangrijkste en meest opvallende uitspraken per rechtsgebied.

Straf - Naar jeugdinrichting na afpersing en diefstal met geweld

8 november - Een 19-jarige man is veroordeeld tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ-maatregel) voor afpersing en diefstal (met bedreiging met geweld) en  bezit van een gasdrukpistool op 26 december 2020 in Amsterdam-Noord. Hij bracht – samen met een ander – twee slachtoffers naar een steeg en dwong hen een iPhone en 20 euro af te staan. Toen de slachtoffers wilden wegrennen, werden zij geslagen en in een nekklem gepakt en toonde hij het gasdrukpistool. Ook nam hij hen onder bedreiging onder meer een gouden ketting af. Uit psychologisch onderzoek blijkt dat hij licht verstandelijk beperkt is. De rechtbank neemt het advies over hem verminderd toerekeningsvatbaar te verklaren. Hij is eerder veroordeeld voor diefstallen en wapenbezit. Hij zei spijt te hebben van zijn daden. De rechtbank wil dat hij hulp krijgt om te kunnen veranderen. De PIJ-maatregel biedt de mogelijkheden daarvoor.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2021:6358

Straf - Celstraf na dreigen met terrorisme en valse bommelding

10 november - Een 23-jarige man is veroordeeld tot 150 dagen gevangenisstraf waarvan 38 dagen voorwaardelijk onder meer omdat hij op 13 december 2019 in Amsterdam dreigde met een terroristisch misdrijf en een valse bommelding deed, waarbij hij tegen diverse mensen had gezegd dat hij een bom bij zich had en dat hij die in de trein waarin hij zat, zou laten ontploffen. Door zijn daden is de trein stilgezet en station Sloterdijk ontruimd. Ook mishandelde hij twee onbekenden en zijn zusje. Daarnaast bespuugde hij mensen en beledigde een politieambtenaar. Hij deed dit telkens zonder enige aanleiding. Uit het psychologisch rapport blijkt dat hij lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis met paranoïde trekken. De rechtbank neemt het advies over om hem verminderd toerekeningsvatbaar te  verklaren. Hij pleegde zijn daden tijdens de proeftijd van een eerdere veroordeling. In zijn voordeel weegt mee dat hij nu wordt begeleid en behandeld.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2021:6413

Straf - Celstraf na veroorzaken fataal ongeluk door roekeloos rijden

11 november - Een 22-jarige man is veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf en 6 jaar rijontzegging omdat hij als automobilist op 26 juni 2021 op de Basisweg in Amsterdam onder invloed van alcohol en drugs een fataal verkeersongeluk veroorzaakte. Hij botste tegen een andere auto nadat hij veel harder had gereden dan was toegestaan en een rood verkeerslicht had genegeerd. Ten gevolge van zijn roekeloze rijgedrag kwam de andere automobilist om het leven en liep de bijrijder in die auto onder meer een gebroken bekken en een schedelbasisfractuur op. De rechtbank oordeelt dat de 22-jarige man door zijn gedrag schuldig is aan de zwaarste vorm van schuld aan het ongeval, namelijk roekeloosheid. Naast de gevangenisstraf en de rijontzegging  moet hij de ouders van het overleden slachtoffer elk 20.000 euro betalen voor affectieschade.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2021:6434

Bestuur - ​Betaalde rechtsbijstand voor vrije minderjarige verdachten

9 november - De Raad voor Rechtsbijstand moet een advocaat die een niet-aangehouden minderjarige verdachte bijstond alsnog de gemaakte kosten van rechtsbijstand vergoeden. Op grond van Europees recht (Richtlijn) hebben niet-aangehouden minderjarige verdachten namelijk recht op gesubsidieerde rechtsbijstand door een advocaat. De Raad legt de Richtlijn ten onrechte zo uit dat alleen aangehouden minderjarige verdachten deze rechtsbijstand krijgen. De bestuursrechter heeft beslist dat die uitleg te beperkt is en niet in lijn met het doel van de Richtlijn om minderjarige verdachten extra te beschermen, wat voor deze kwetsbare groep ongewenst nadelige gevolgen kan hebben. Verder heeft de bestuursrechter beslist dat dit onderdeel van de Richtlijn precies en eenduidig is geformuleerd en daarom door de Raad moet worden uitgevoerd.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2021:6411

Kanton - Huurkorting tot te hoog loodgehalte in water is verholpen

4 november - Huurders in een appartementencomplex in Amsterdam-Zuid hebben recht op huurkorting variërend van 40 tot 60 procent afhankelijk van het loodgehalte in hun leidingwater. Ook moet de verhuurder de leden van de bewonersvereniging, die hierover nog niet zijn geïnformeerd, op de hoogte brengen van de testresultaten van het loodgehalte die de verhuurder in haar bezit heeft. Dat heeft de kantonrechter bepaald. De verhuurder heeft inmiddels stappen gezet om de leidingen te laten vervangen, en stelt ook afhankelijk te zijn van de medewerking van de Verenigingen van Eigenaren voor de daadwerkelijke sanering. Bij overschrijding van de norm is de huurkorting als voorlopige maatregel echter gerechtvaardigd vindt de kantonrechter. De kortingen gelden totdat de leidingen zijn vervangen.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2021:6354

Kanton - Compensatie voor onterecht ontslag op staande voet

4 november - Een schoonmaakbedrijf dat een medewerker ten onrechte op staande voet ontsloeg in april 2021, moet onder meer 5.000 euro bruto aan billijke vergoeding en ruim 4.500 euro bruto aan schadevergoeding over de niet in acht genomen opzegtermijn betalen. Dat heeft de kantonrechter bepaald. De medewerker meldde zich ziek nadat hij van fiets was gevallen en kort daarna omdat hij zei een burn-out te hebben. Het bedrijf ontsloeg hem op staande voet omdat er vertrouwelijke stukken van een advocatenkantoor in zijn bedrijfsbus waren aangetroffen. Voldoende bewijs dat hij daaraan schuld had, ontbrak echter. Bij de hoogte van de vergoedingen weegt onder meer mee dat de arbeidsovereenkomst zonder ontslag al in juli 2021 zou eindigen en dat de medewerker slecht bereikbaar was tijdens zijn arbeidsongeschiktheid. Uit rapportages van de bedrijfsarts bleek niet dat het zo slecht met hem ging als hij stelde. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2021:6355

Civiel - Koper van grond in Vinkeveen zit daar nog niet aan vast

5 november - De verkoper van grond in Vinkeveen die eiste dat de koper de koopovereenkomst zou nakomen, krijgt geen gelijk van de voorzieningenrechter. De koper verweerde zich namelijk mogelijk terecht dat de verkoper haar onvoldoende of onjuist informeerde. De grondaankoop was voor de koper aantrekkelijk voor de ontwikkeling van het centrum ofwel het dorpsgebied van Vinkeveen. De koper stelt echter dat de verkoper haar onvoldoende of onjuist informeerde over hoe de gemeente staat in deze gebiedsontwikkeling. Uit informatie achteraf blijkt volgens de koper dat de winstpotentie van het project veel lager is en de koopprijs veel te hoog. De voorzieningenrechter oordeelt dat dit verweer vooruitlopend op de bodemprocedure niet als ongegrond kan worden aangemerkt. Nakoming van de koop kan dan ook niet worden toegewezen. Gelet op de voorwaarden die verkoper stelt aan het dooronderhandelen over de koop kan niet van koper worden gevergd dat die daaraan meewerkt.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2021:6456

Civiel - Recht op ruim 30.000 euro voor opslagkosten van tekeningen

10 november - Een Frans veilinghuis dat pas ruim twee jaar na de verkoop van elf tekeningen tijdens een veiling in Parijs betaald kreeg, heeft recht op een vergoeding voor de opslagkosten. Dat heeft de rechtbank geoordeeld. De Nederlandse kunsthandelaar, die de tekeningen kocht voor ruim 41.000 euro, moet de opslag- en verzekeringskosten die het Franse veilinghuis door de late betaling moest maken, vergoeden. Dit komt uit op een bedrag van ruim 30.000 euro. De eis van het Franse veilinghuis om de daadwerkelijke advocaatkosten van bijna 38.000 euro te vergoeden, wordt echter afgewezen. Volgens de rechter is er geen sprake van bijzondere omstandigheden om tot een dergelijke vergoeding over te gaan, zodat wordt aangesloten bij de standaardtarieven voor vergoeding van proceskosten.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2021:6457

Uitspraken