14 juli - Een muzikante die tussen 2013 en 2018 als remplaçant (plaatsvervanger) aan het Balletorkest verbonden was, werkte er zoveel dat, ook gelet op alle overige omstandigheden, zij aanspraak kan maken op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Om ook te kunnen beslissen over de omvang van het dienstverband moeten de muzikante en het orkest nadere informatie verstrekken, oordeelt de kantonrechter. De muzikante, die sinds 2000 voor het orkest werkte en in vaste dienst was, verloor in 2013 haar vaste dienstverband omdat het orkest door subsidiekorting ingrijpend moest reorganiseren. Zij bleef als remplaçant aan het orkest verbonden, tot het orkest in juni 2018 besloot haar niet meer in te zetten. Volgens het Balletorkest mocht dat omdat haar inzet tussen 2013 en 2018 plaatsvond via losse opdrachten. Volgens de muzikante had zij echter een arbeidsovereenkomst en had het orkest in 2018 niet zomaar van haar diensten mogen afzien. De kantonrechter geeft haar daarin gelijk.
Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:3420