Laden...

Het oordeel van de rechter

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Amsterdam > Nieuws > Het oordeel van de rechter
Amsterdam, 21 februari 2022

De rechtbank Amsterdam doet ongeveer 140.000 uitspraken per jaar. Iedere week selecteren we een aantal van de belangrijkste en meest opvallende uitspraken per rechtsgebied.

Straf - Duo bestraft voor inhaalmanoeuvre die uit de hand liep

15 februari - Twee mannen – van 35 en 31 jaar – zijn veroordeeld tot respectievelijk 1.000 euro boete en 6 maanden voorwaardelijke rijontzegging en 90 uur taakstraf en 6 maanden voorwaardelijke rijontzegging voor hun rijgedrag op 7 december 2018 op de Stadhouderskade in Amsterdam. De 35-jarige man botste tijdens een inhaalmanoeuvre terwijl hij te hard reed tegen de auto van een 31-jarige man en reed daarna door. Vervolgens remde hij af op een kruising om te keren of linksaf te slaan waar dit niet mocht. De 31-jarige man was met veel te hoge snelheid en gericht achter hem aangereden en botste op de kruising tegen de 35-jarige man. Hierdoor draaide de auto van de 35-jarige man om zijn as en kwam met de achterkant tegen een voetganger die op de stoep bij de kruising stond. Die liep daarbij twee gebroken benen op en had niets met de verkeersruzie van doen.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2022:579
ECLI:NL:RBAMS:2022:580

Straf - Celstraf en behandeling na veel (pogingen tot) diefstallen

16 februari - Een 47-jarige man is veroordeeld tot 20 maanden gevangenisstraf waarvan 12 maanden voorwaardelijk voor een groot aantal (pogingen tot) diefstallen in 2020 en 2021 in Amsterdam waarbij hij vaak brutaal te werk ging. Zo drong hij de kamer van een vrouw in een zorginstelling van senioren binnen en rende hij toen hij werd betrapt weg met haar oorbellen. Een ander slachtoffer maakte hij bang door plots in haar woning te staan en haar – nadat hij was betrapt – te bedreigen met een schroevendraaier. Uit de rapportages van de reclassering blijkt dat de reclassering klinische behandeling nodig vindt om de kans op recidive te verminderen. Hij moet worden behandeld voor zijn verslaving en de onderliggende problemen. De rechtbank neemt dat advies over en legt opname in een kliniek op als een van de bijzondere voorwaarden.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2022:573

Bestuur - Intrekken erkenning als leerbedrijf terecht

4 februari - Het bestuur van de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) heeft terecht de erkenning ingetrokken van een Amsterdams bedrijf dat medische (thuis)zorg aanbiedt door leerlingen van een zorgopleiding. Dat heeft de rechtbank geoordeeld. Het bedrijf voldeed niet meer aan de voorwaarden voor de erkenning als leerbedrijf. Volgens de wet moeten de leerlingen het werk leren in de organisatie en onder verantwoordelijkheid van het leerbedrijf. Door terugloop van het aantal patiënten, heeft het bedrijf leerlingen bij andere organisaties laten werken. Dit is niet toegestaan. Binnen het bedrijf was geen of onvoldoende werk gericht op het beroep waarvoor de leerlingen werden opgeleid. Ook ontbrak het aan voldoende deskundige begeleiding. De wet verplicht in dat geval om de erkenning als leerbedrijf in te trekken.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2022:407

Bestuur - Telefonisch consult te weinig om ZW-uitkering te stoppen

15 februari - Uitkeringsinstantie UWV heeft ten onrechte de Ziektewetuitkering van een timmerman beëindigd, omdat hij zonder opgaaf van reden niet fysiek medisch is onderzocht. De bestuursrechter oordeelt dat in alle gevallen pas na zorgvuldig medische onderzoek een goede medische beoordeling kan volgen. De hoofdregel is dat wie het oneens is met hoe het UWV de (mate van) arbeids(on)geschiktheid heeft vastgesteld, in bezwaar door een verzekeringsarts fysiek moet worden onderzocht, tenzij die arts goed kan uitleggen waarom dit niet nodig is. Volgens het UWV geldt de hoofdregel wanneer moet worden beoordeeld welke mogelijkheden iemand nog heeft om te kunnen werken, bijvoorbeeld na één jaar ziekte. De bestuursrechter verwerpt het verweer van het UWV dat in dit geval een telefonisch consult voldoende was omdat slechts moest worden beoordeeld of de timmerman zijn eigen werk weer kon doen.

Lees de volledige uitspraak
ECLI:NL:RBAMS:2022:554

Kanton - Harddrugs in huurhuis: zoon moet weg, ouders mogen blijven

8 februari - De (meerderjarige) zoon van huurders van een woning in Amsterdam-Noord moet die woning verlaten omdat de politie er onder meer een grote hoeveelheid harddrugs en weegschalen vond. Omdat hij zich niet als goed huurder gedroeg, mag hij er na zijn detentie niet terugkeren. Woningcorporatie Ymere eiste dat ook de ouders (de eigenlijke huurders) zouden vertrekken omdat zij verantwoordelijk zouden zijn voor zijn gedrag. Daar gaat de kortgedingrechter niet in mee. Ymere maakte onvoldoende waar dat zij ervan wisten. Ook weegt mee dat zij in 35 jaar nooit overlast hebben veroorzaakt. Uit een verklaring van omwonenden bleek het tegenovergestelde. Uit niets bleek dat de woning als drugspand werd gebruikt. Nu de drugs en de zoon weg zijn, is er geen gevaarlijke situatie (meer). Daarom is het niet aannemelijk dat ontruiming voor de ouders wordt toegewezen in een eventuele bodemprocedure.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2022:551

Kanton - Borg deels terugbetalen: schade onvoldoende onderbouwd

11 februari - Een verhuurder van bedrijfsruimte in de Jordaan moet ruim 300 euro van de borg terugbetalen aan de huurder. De verhuurder had een groot deel van de borg na het einde van de huurovereenkomst ingehouden in verband met beschadigingen aan de bedrijfsruimte. De verhuurder moest bewijzen dat de huurder daarvoor aansprakelijk was. De opnamestaat die bij aanvang van de huurovereenkomst is opgemaakt, was te algemeen, en er waren ook geen foto’s gemaakt. Daardoor was er geen houvast om de staat van de bedrijfsruimte bij aanvang van de huur te kunnen vergelijken met de staat bij beëindiging. Aangenomen werd daarom dat de oud-huurder de bedrijfsruimte had ontvangen in dezelfde staat als bij het einde van de huurovereenkomst. Slechts de door verhuurder bewezen beschadigingen mocht de verhuurder inhouden op de borg.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2022:570

Civiel - Advocaat moet ex-cliënt 10.000 euro schadevergoeding betalen

16 februari - Een advocaat moet zijn voormalige cliënt 10.000 euro schadevergoeding betalen omdat hij beroepsfouten heeft gemaakt. De gemeente Almere had de bijstandsaanvragen van de cliënt afgewezen, omdat er een hennepkwekerij in zijn huis was ontdekt. De advocaat maakte vervolgens bezwaar bij de gemeente tegen de afwijzingen van de bijstandsaanvragen, maar heeft daarbij beroepsfouten gemaakt, onder meer door te laat bezwaar in te dienen. De cliënt stelt de advocaat daarvoor aansprakelijk, maar maakte niet hard dat hij door de beroepsfouten onder meer zijn huis is kwijtgeraakt, psychische schade opliep en schulden niet meer kon afbetalen. Wel is duidelijk dat het optreden van de advocaat een behoorlijk negatieve impact op de cliënt heeft gehad. Ook is hij op extra kosten gejaagd, omdat hij een nieuwe advocaat moest inschakelen en in hoger beroep moest gaan. Daarvoor moet de advocaat aan de cliënt een schadevergoeding betalen.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2022:611

Civiel - Quote moet artikel over ondernemer rectificeren

17 februari - De uitgever van het tijdschrift Quote moet een rectificatie plaatsen van een artikel dat zij in december 2021 publiceerde. Dat heeft de voorzieningenrechter geoordeeld. Een ondernemer eiste rectificatie omdat hij vond dat het artikel zijn reputatie en die van zijn onderneming – die zicht richt op het aanbieden van elektrische motorfietsen op het Afrikaanse continent – op onrechtmatige manier aantastte. Quote suggereert in haar artikel onder meer dat die onderneming mogelijk helemaal geen motorfietsen in bezit heeft, mogelijk geen contracten heeft voor de productie van motorfietsen en dat mogelijk geen samenwerking bestaat met Unitar (United Nations Institute for Training and Research). De voorzieningenrechter oordeelde dat Quote die beweringen, die schadelijk zijn voor de ondernemer en voor zijn onderneming, niet heeft onderbouwd met feiten. De kritische passages over de cryptocurrency die de ondernemer uitgeeft en over de ondernemer zelf zijn niet onrechtmatig: die vallen onder de journalistieke vrijheid van meningsuiting.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2022:701

Uitspraken