18 maart - Een man zonder vaste woon- of verblijfplaats komt niet in aanmerking voor – onvoorwaardelijke – opvang vanwege de afgekondigde coronamaatregelen. Dat heeft de voorzieningenrechter geoordeeld. De man verbleef in een tijdelijke gemeentelijke opvang, maar daar was een einde aan gekomen. Volgens zijn vertegenwoordiger is het van groot openbaar belang dat de man wordt opgevangen, omdat hij regelmatig zijn handen moet kunnen wassen en hij hem niet ‘kuchend en rochelend’ wil tegenkomen. De coronamaatregelen hebben immers tot doel besmetting te voorkomen dan wel de kans op besmetting tot een minimum te beperken. De voorzieningenrechter vindt dat handen wassen ook op andere plekken dan een opvanglocatie kan. Bovendien heeft de vertegenwoordiger onvoldoende duidelijk gemaakt of de man met corona besmet is, of dat het juist gaat om het voorkomen van besmetting. Ook is er geen (direct) verband aangetoond tussen het niet hebben van opvang en het risico op besmetting. Tot slot weegt mee dat de man het niet wil hebben over de voorwaarden om voor opvang in een vrijheidsbeperkende locatie in aanmerking te komen, zoals meewerken aan vertrek.
Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:1862