18 juli - Mag de bewaringsrechter in vreemdelingenzaken het strafrechtelijke voortraject toetsen? Daarover boog de rechtbank zich. Volgens de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State mag die rechter die beslist of een vreemdeling blijft vastzitten het strafrechtelijk voortraject niet toetsen. Volgens de rechtbank is deze waterscheiding als gevolg van een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie aan herziening toe. Bepaalde gebreken in dat voortraject kunnen dusdanig ernstig zijn dat van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht dat zij niet voortborduurt op een gebrekkig voortraject. Als een bewaringsrechter pas over de gevolgen van een dergelijke onrechtmatigheid zou mogen oordelen nádat een andere rechter de rechtmatigheid heeft beoordeeld, loopt de vreemdeling bovendien het risico, achteraf bezien, ten onrechte of te lang in bewaring te zitten. Dat zou een schending zijn van artikel 5 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens dat het recht op (persoonlijke) vrijheid en veiligheid beschermt. In deze zaak bleek niets van zo’n onrechtmatigheid.
Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBDHA:2023:10712