Laden...

Het oordeel van de rechter

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Amsterdam > Nieuws > Het oordeel van de rechter
Amsterdam, 24 oktober 2022

De rechtbank Amsterdam doet ongeveer 140.000 uitspraken per jaar. Iedere week selecteren we een aantal van de belangrijkste en meest opvallende uitspraken per rechtsgebied.

Straf - Jeugddetentie voor schieten in borst en bezit wapens

18 oktober - Een 20-jarige man is veroordeeld tot 24 maanden jeugddetentie waarvan 3 maanden voorwaardelijk, omdat hij op 17 januari 2022 in Amsterdam-Zuidoost een jongeman in zijn borst schoot. Ook moet hij 7.300 euro schadevergoeding betalen. Ze kenden elkaar alleen van gezicht en hadden langere tijd voor het schietincident ruzie gehad en gevochten. Dat het slachtoffer het schietincident overleefde, is niet aan de 20-jarige man te danken. Die rende weg. In plaats van te schrikken van zijn daad en hulp te zoeken voor de conflictsituatie kocht hij kort erna opnieuw een vuurwapen. Toch past de rechtbank anders dan de reclassering adviseerde jeugdstrafrecht toe. Daarbij weegt onder meer mee dat hij destijds 19 was, timide overkomt en beperkte copingsvaardigheden lijkt te hebben. Hij is niet eerder veroordeeld en woont nog thuis. Hij wil meewerken aan hulpverlening en er zijn mogelijkheden voor pedagogische ontwikkeling. Hij moet zich dan ook bij het voorwaardelijke strafdeel houden aan bijzondere voorwaarden.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2022:5995


Straf - Taakstraf voor ambtelijke corruptie

20 oktober - Een 52-jarige man is veroordeeld tot 180 uur taakstraf waarvan 60 uur voorwaardelijk omdat hij zijn positie bij de gemeente Amsterdam heeft misbruikt om er zelf beter van te worden. In drie jaar tijd nam hij bijna 13.000 euro aan giften aan van aannemers, die als doel hadden met hun bedrijven een voorkeursbehandeling te krijgen bij de verstrekking van werk bij de gemeente Amsterdam. De giften varieerden van een motorblok voor een auto tot contante geldbedragen. Ook verduisterde de 52-jarige man onder meer houten palen en fietsaanleunbeugels die van de gemeente waren. Daarnaast had hij MDMA-pillen in zijn bezit. In de strafmaat weegt mee dat de redelijke termijn met ongeveer 3 jaar en 7 maanden is overschreden. De taakstraf is daarom 20 uur korter dan die zonder die overschrijding was geweest. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2022:6003


Bestuur - Milieudefensie vangt bot in stikstofemissiezaak A2

17 oktober - De minister voor Natuur en Stikstof heeft terecht geconcludeerd dat zij niet (meer) handhavend hoefde op te treden tegen de snelheidsverhoging naar 130 km/uur op het traject A2 Leenderheide-Budel. Dat heeft de rechtbank geoordeeld. Milieudefensie had de minister in 2019 gevraagd om handhavend op te treden tegen de snelheidsverhoging op het traject omdat hierdoor meer stikstofemissie werd veroorzaakt. De rechtbank concludeert dat het verkeersbesluit uit 2016 wel als project kan worden getoetst aan de Wet natuurbescherming, maar door de verlaging in 2019 van de maximumsnelheid naar 100 km/uur overdag is per saldo van een hogere stikstofemissie geen sprake meer. De minister mocht daarom concluderen dat zij niet (meer) handhavend hoefde op te treden.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2022:5999


Bestuur - Arbeidsongeschiktheid onzorgvuldig beoordeeld: herbeoordelen

19 oktober - Een medische beoordeling voor een WIA-uitkering door een UWV-medewerker was onzorgvuldig. Daarom moet het UWV die zaak herbeoordelen. Dat heeft de rechtbank geoordeeld. De vrouw vroeg een WIA-uitkering aan omdat zij ziek is. Volgens het UWV kwam zij daar niet voor in aanmerking vanaf de datum in geding, op 6 januari 2021. De rechtbank heeft de keuringsarts gevraagd medische informatie bij haar behandelaren op te vragen en te beoordelen of die datum tot een ander medisch oordeel leidt. De rechtbank vindt het onzorgvuldig dat het UWV deze informatie niet heeft voorgelegd aan de keuringsarts. Weliswaar ziet de verkregen medische informatie niet op de datum in geding maar hangt die wel samen met beperkingen die toen erkend aanwezig waren. De UWV-medewerker had de medische informatie daarom moeten laten beoordelen door de keuringsarts. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLi:NL:RBAMS:2022:5868


Kanton - Innova verstrekte klanten van Flexenergie onjuiste info

7 en 10 oktober - Twee Amsterdammers die na het faillissement van Flexenergie, met instemming van de curator, als klanten zijn overgenomen door Innova Energie, hoeven Innova niet te betalen. Innova heeft de overgenomen klanten namelijk onjuist geïnformeerd door te vermelden dat zij een nieuwe leveringsovereenkomst hadden met Innova, terwijl hun contract onder dezelfde voorwaarden als bij Flexenergie doorliep. Daarom is sprake van oneerlijke handelspraktijken en zijn de Amsterdammers geen betaling verschuldigd. Dat heeft de kantonrechter bepaald in twee zaken waarin Innova betaling van achterstallige bedragen vorderde.  


Kanton - Depothouders geen zzp’ers: arbeidsovereenkomst

17 oktober - De overeenkomst die een Amsterdamse depothouder – iemand die kranten verdeelt onder bezorgers die ze vervolgens naar de abonnees brengen – had met uitgever Mediahuis is een arbeidsovereenkomst. Datzelfde geldt voor 17 andere depothouders die ook procedeerden.  Mediahuis oefent namelijk zodanig vergaande invloed uit op wat er in de distributieketen van kranten gebeurt, van de depothouders tot aan de bezorgers, dat de depothouders werkten op basis van een arbeidsovereenkomst. Dat heeft de kantonrechter bepaald. Die verwerpt het verweer van Mediahuis dat er overeenkomsten van opdracht waren. Omdat Mediahuis de overeenkomst met de Amsterdamse depothouder onregelmatig heeft opgezegd moet Mediahuis bijna 1.300 euro bruto betalen. Ook moet Mediahuis hem ruim 6800 euro bruto aan transitievergoeding en ruim 2500 euro bruto aan billijke vergoeding betalen.   

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2022:6002


Civiel - Gebruik naam DNBC door bank mag niet

20 oktober - De voorzieningenrechter heeft besloten dat DNBC BV, een in Amsterdam gevestigd bedrijf dat financiële diensten aanbiedt, niet langer de naam DNBC mag gebruiken. De eis hiertoe was ingesteld door De Nederlandsche Bank, die bekend staat onder de afkorting DNB. Die afkorting heeft zij als merk geregistreerd. ‘DNBC’ vertoont een te grote gelijkenis met ‘DNB’. Volgens het vonnis pleegt DNBC dan ook inbreuk op het merk DNB. Dit leidt tot verwarring bij de consument en tast de reputatie van DNB aan. DNBC BV is ook veroordeeld tot het plaatsen van een rectificatie op haar website. DNBC was overigens niet verschenen op de zitting bij de voorzieningenrechter. De eisen van DNB zijn om die reden bij verstek toegewezen. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2022:5997


Uitspraken