Laden...

Het oordeel van de rechter

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Amsterdam > Nieuws > Het oordeel van de rechter
Amsterdam, 25 mei 2020

De rechtbank Amsterdam doet ongeveer 140.000 uitspraken per jaar. Deze week hebben we 8 van de belangrijkste en meest opvallende zaken per rechtsgebied geselecteerd.

Straf - Celstraf voor poging inbraak en vernieling

20 mei - Een 29-jarige man krijgt 14 weken gevangenisstraf omdat hij op 17 februari 2020 probeerde in te breken in een bedrijfspand in het centrum van Amsterdam waarbij hij een raamkozijn beschadigde. Tijdens zijn vlucht vernielde hij ook een kozijn van een hotelraam. De rechtbank rekent het hem aan dat hij die nacht op pad is gegaan om te stelen om – naar eigen zeggen – met de opbrengst daarvan de inrichting van zijn woning te bekostigen. Uit zijn strafblad blijkt dat hij veelvuldig is veroordeeld voor het plegen van inbraken. Gelet op zijn lange geschiedenis van reclasseringstrajecten zonder resultaat ziet de reclassering geen mogelijkheden om met interventies het gedrag van de man te veranderen. De rechtbank neemt daarom het reclasseringsadvies over om geen bijzondere voorwaarden op te leggen.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:2645

Straf - Bijtende psychotische man moet schadevergoeding betalen

22 mei - Een 46-jarige man beet op 28 september 2019 in Amsterdam een winkelier in zijn oor. Omdat hij toen psychotisch was, ontslaat de rechtbank hem van alle rechtsvervolging. Wel moet hij 69 euro schadevergoeding betalen. De officier van justitie eiste een tbs-maatregel met voorwaarden maar daar gaat de rechtbank niet in mee. Omdat de man is vrijgesproken van poging tot zware mishandeling en enkel is veroordeeld voor mishandeling wordt er formeel niet voldaan aan de vereisten om tbs op te leggen. Bovendien hebben de deskundigen en zijn behandelaars voor zijn schizofrenie de rechtbank overtuigd dat een behandeling in een civiel kader met een zorgmachtiging voldoende is om hem te behandelen en de maatschappij te beschermen. Een zorgmachtiging biedt voldoende bescherming om hem direct op te nemen als hij medicatie weigert.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:2632

Bestuur - Vrouw moet na tientallen jaren toch terug naar Italië

19 mei - De staatsecretaris van Justitie en Veiligheid heeft terecht beslist dat een Italiaanse vrouw in Nederland in de periode van 1999-2018 geen duurzaam verblijfsrecht heeft verworven. Op basis van zo’n verblijfsrecht mag een EU-onderdaan in principe voor onbepaalde tijd in een andere lidstaat wonen. Hiervoor moet iemand gedurende vijf jaar aan bepaalde voorwaarden voldoen. De vrouw is van mening dat zij hieraan voldoet omdat ze gewerkt heeft in de periode van 1999 tot 2006. Ook zegt ze dat ze sinds 2011 de Straatkrant verkoopt. De rechtbank vindt echter dat zij niet hard heeft gemaakt dat zij hier vijf jaar voldoende economisch actief is geweest. Ook heeft de vrouw niet laten zien dat zij als economisch niet-actieve EU-onderdaan heeft geleefd. Zo had zij enige tijd geen ziektekostenverzekering en heeft zij een beroep moeten doen op sociale voorzieningen, zoals de daklozenopvang. De slotsom luidt daarom dat zij terug moet naar Italië.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBDHA:2020:4437

​Bestuur - Geen uitkering door onvoldoende medewerking

19 mei - Het UWV zette de werkeloosheidsuitkering van een man uit Amsterdam terecht stop, omdat hij onvoldoende meewerkte aan het onderzoek naar zijn verblijfplaats. Zo oordeelde de voorzieningenrechter. Na een anonieme melding dat de man in Turkije zou wonen, stelde het UWV een onderzoek in. Wanneer iemand in het buitenland woont vervalt het recht op een uitkering. Het UWV nodigde de man uit voor een gesprek en vroeg hem bankafschriften van zijn Nederlandse en Turkse bankrekening af te geven. Op grond van de Nederlandse bankafschriften twijfelde het UWV of de man wel in Nederland verblijft, omdat er in bepaalde periodes alleen automatische incasso’s plaatsvinden en geen pintransacties. De man gaf geen verdere informatie over zijn Turkse bankrekening en wilde, ondanks de uitnodiging van het UWV, niet nogmaals in gesprek vanwege gezondheidsklachten tijdens het eerste gesprek. Dat hij wel aanbood om vragen per e-mail te beantwoorden vindt de voorzieningenrechter onvoldoende. De man mag niet bepalen hoe het UWV haar onderzoek doet.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:2650

​Kanton - VvE mocht toestemming voor dakopbouw weigeren

18 mei - De Vereniging van Eigenaars (VvE) van een appartementencomplex in Amsterdam-Nieuw-West mocht een appartementseigenaar toestemming weigeren voor een dakopbouw. Daar lag namelijk een redelijke belangenafweging aan ten grondslag. Het belang dat de appartementseigenaar heeft bij de uitbreiding van zijn woonruimte weegt niet op tegen de verminderde lichtinval bij zijn buren. Dat heeft de kantonrechter bepaald. In dit appartementencomplex heeft de architect gewoekerd met de ruimte. Het complex met patiotuinen en afwisselende appartementen waarbij sommige naar voren en andere naar achteren liggen om zoveel mogelijk lichtinval te creëren, is daardoor niet geschikt om iets aan te veranderen. De gewenste dakopbouw zou zeker nadelige gevolgen hebben voor de zonlichtinval, privacy en het uitzicht van nabijgelegen appartementen. De kantonrechter is het met de VvE eens dat die argumenten doorslaggevend moeten meewegen in de beslissing over de dakopbouw.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:2635

Kanton - Winterse activiteiten in zomerse ijssalon mogen

19 mei - De huurster die een bedrijfsruimte in Amsterdam in de zomer exploiteert als ijssalon en in de winter aan anderen in gebruik geeft voor andere bedrijfsactiviteiten mag blijven. Dat heeft de kantonrechter bepaald. De vorige verhuurder stemde de eerste keer in met de winterse activiteiten. Het is de vraag of de huurster van die verhuurder ook toestemming kreeg voor de onderverhuur tijdens de wintermaanden in de jaren daarna. De nieuwe verhuurder stelde van niet en eiste ontruiming en dat de huurster de contractuele boete en schadevergoeding zou betalen. Daar gaat de kantonrechter niet in mee. Zelfs als de huurster de toestemming niet had gekregen van de vorige verhuurder zouden de vorderingen van de verhuurder niet zijn toegewezen. Het verwijt dat de huurster valt te maken is in dit geval onvoldoende ernstig en de verhuurder heeft niet duidelijk gemaakt dat hij nadeel of schade heeft geleden.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:2625

Civiel - Geen financieringsvoorbehoud, geen beroep op overmacht

20 mei - Een professionele vastgoedbelegger moet een aantal winkelpanden in Rotterdam en Maastricht die zij in december 2019 had gekocht toch afnemen, ondanks de coronacrisis, omdat ze de panden kocht zonder voorbehoud van financiering. Doet ze dit niet, dan krijgt zij een boete van 50.000 euro per dag tot een maximum van 2.750.000 euro. De vastgoedbelegger had op Mapic, een vastgoedbeurs gericht op detailhandel in Cannes, de winkelpanden voor een bedrag van ruim 18 miljoen euro gekocht. Levering zou plaatsvinden op 31 maart 2020. De koper gaf echter in maart aan de financiering niet rond te krijgen vanwege de coronacrisis en beriep zich op overmacht. Ook stelt de koper dat de verkoper niet kan leveren volgens afspraak: een verhuurd pand met exploitatie. De voorzieningenrechter gaat hier niet in mee.
De overeenkomst werd gesloten zonder voorwaarden of financieringsvoorbehoud tussen professionele vastgoedbeleggers. De koper wordt dan ook geacht zich bewust te zijn geweest van het risico.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:2647

Civiel - Installatiebedrijf mocht opzegging niet negeren

20 mei - CBRE, een internationale vastgoedorganisatie die het technisch onderhoud van de Nederlandse tankstations van Shell verzorgde, moet een bedrag van bijna 121.800 euro betalen aan een technisch installatiebedrijf. Het technisch installatiebedrijf had betaling van in totaal ruim 214.600 euro geëist. CBRE gaf het bedrijf in een e-mail op 20 december 2016 opdracht alle werkzaamheden die (deels) in 2017 waren gepland ‘on hold’ te zetten. Volgens de rechtbank is dit een opzegging van de overeenkomst. Het bedrijf negeerde deze opzegging en voerde alle werkzaamheden gepland voor januari 2017 toch uit. CBRE moet voor die werkzaamheden twee derde van de loonkosten vergoeden omdat het bedrijf haar monteurs niet zo snel op andere klussen kon inzetten. Voor de werkzaamheden waarvan het bedrijf kon aantonen dat ze in 2016 waren afgerond of waarvoor CBRE expliciet toestemming had gegeven moet CBRE de volledige factuur betalen. Het bedrijf mag op haar beurt de materialen die zij ondanks de opzegging toch in 2017 in de tankstations heeft geïnstalleerd niet in rekening brengen omdat zij die niet meer kan leveren.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:2628

Uitspraken