21 juli - Een 50-jarige man is veroordeeld tot 3 jaar gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging omdat hij op 23 en 24 december 2019 in Amsterdam zijn vriendin probeerde te wurgen en haar zwaar mishandelde en met de dood bedreigde. Dit gebeurde bij de man thuis waar de avond ineens omsloeg en hij excessief geweld gebruikte. Zij hield daaraan niet alleen zwaar lichamelijk letsel over – onder meer een gebroken neus – maar lijdt ook aan de psychische gevolgen ervan. In de straf weegt mee dat de man verminderd toerekeningsvatbaar is. Uit psychologisch onderzoek blijkt dat hij aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een narcistische persoonlijkheidsstoornis lijdt. Om de kans op herhaling te verkleinen is het noodzakelijk dat hij langdurig en intensief wordt behandeld. Onder meer daarom legt de rechtbank tbs op. Ook moet hij 4.000 euro schadevergoeding betalen.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2021:3798

23 juli - Een 33-jarige man is veroordeeld tot 15 maanden gevangenisstraf waarvan 3 maanden voorwaardelijk. Hij maakte zich samen met anderen schuldig aan 6 oplichtingen, 1 poging daartoe en deelname aan een criminele organisatie. Hij en zijn mededaders, die deel uitmaken van een groep Irish travellers, gingen doortrapt te werk. Onder meer in Amsterdam en Amstelveen deden zij zich in 2018 in wisselende samenstellingen voor als betrouwbaar klusbedrijf met een aantrekkelijk aanbod voor een schappelijk bedrag een relatief kleine, maar noodzakelijke klus uit te voeren. Vervolgens lieten zij de slachtoffers geloven dat uitgebreider werk noodzakelijk was, waarvoor kostbare machines moesten worden gehuurd, waarvoor een waarborgsom moest worden betaald. Zij lieten slachtoffers onder valse voorwendselen vaak meermaals forse geldbedragen aanbetalen. Uiteindelijk kwamen zij echter niet meer opdagen en waren onbereikbaar en gingen er met de aanbetalingen vandoor zonder het werk te hebben uitgevoerd. Naast de gevangenisstraf moet hij 128.850 euro schadevergoeding betalen.  

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2021:3857

22 juli - Hoewel de aanvragen voor 16 exploitatievergunningen voor passagiersvaartuigen zijn afgewezen, heeft de gemeente Amsterdam wel terecht leges geheven. Dat heeft de rechtbank geoordeeld. Uitgangspunt is dat leges – kosten die de overheid in rekening brengt voor verleende diensten – zijn verschuldigd indien een aanvraag in behandeling is genomen. De aanvragen zijn ook in behandeling genomen, omdat die zijn getoetst aan de regeling over de uitgifte van die exploitatievergunningen in 2022. Een uitgebreidere toets was niet nodig. De leges, ongeveer 700 euro per aanvraag, waren ook niet te hoog. De gemeente mag het tarief hiervoor zelfstandig vaststellen. Er hoeft geen direct verband te bestaan tussen de hoogte van de berekende leges en de kosten die met de daarvoor geleverde dienst zijn gemoeid. Met de gehanteerde tarieven is de gemeente binnen de grenzen van de redelijkheid gebleven.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2021:3854

2 juli - Een telecombedrijf mocht weigeren het loon door te betalen van een werknemer die in februari 2021 weigerde toestemming te geven dat de nieuwe arboarts zijn dossier bij zijn vorige arboarts kon inzien.  De verplichting die toestemming te geven was een redelijk bevel van de werkgever. Dat heeft de kantonrechter geoordeeld. Vanwege een eerder incident weigerde de eerdere arts de man verder te begeleiden. De man vertrouwt de gegevensverwerking bij zijn werkgever niet en wilde eerst kennismaken met de nieuwe arts voordat hij besliste of hij die toestemming zou geven. De arts wilde eerst het dossier kunnen bestuderen voordat hij de man op het spreekuur zag. Het telecombedrijf moet wel zijn vakantiegeld uitbetalen tussen juni 2020 en 4 februari 2021 (dus vóór de loonstop). Volgens het telecombedrijf was hij onvoldoende bereikbaar – de andere reden voor de loonstop - maar daar gaat de rechtbank niet in mee.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2021:3733

9 juli - De uitbater van een café-restaurant in het Waaggebouw, een monument op de Nieuwmarkt in Amsterdam, mag blijven onderhuren. Dat heeft de kantonrechter bepaald. Want hoewel de hoofdhuurder, een maatschappelijke instelling die het pand huurt van de gemeente, in beginsel een geslaagd beroep deed op dringend eigen gebruik van het hele pand, hoeft de uitbater van het café-restaurant toch niet te vertrekken. Gezien de bijzondere omstandigheden is het namelijk niet redelijk en billijk om de onderhuurovereenkomst met de uitbater op te zeggen zolang de maatschappelijke instelling het gebouw zelf van de gemeente mag blijven huren. Dat de maatschappelijke instelling stelde meer ruimte nodig te hebben verandert daar niets aan.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2021:3734

22 juli - Twee metroreizigers in Amsterdam die de mondkapjesplicht negeerden, zijn wel strafbaar maar krijgen geen straf. Dat heeft de kantonrechter bepaald in twee zaken. In beide zaken was 95 euro boete geëist. Daarin gaat de kantonrechter niet mee. Door geen mondkapje te dragen in het openbaar vervoer overtraden de reizigers weliswaar de Wet Personenvervoer maar zij krijgen daarvoor geen boete. De kantonrechter vindt dat uit de richtlijnen voor de handhavers blijkt dat eerst gewaarschuwd had moeten worden voordat een boete kon worden opgelegd. Bovendien staat op de site van de Rijksoverheid dat je pas wordt beboet als je na een waarschuwing geen mondkapje op zet. Er was dus een waarschuwingsplicht voor de handhavers, die niet in acht is genomen.

Lees de volledige uitspaak:
ECLI:NL:RBAMS:2021:3855
ECLI:NL:RBAMS:2021:3856

21 juli - Hoewel een opdrachtgever na 32 van de 54 overeengekomen dagen de overeenkomst met haar opdrachtnemer, actief op het gebied van data gedreven bedrijfsstrategieën en transformatie, heeft opgezegd, moet zij ruim 80 procent van de overeengekomen vergoeding van ruim 42.000 euro aan haar opdrachtnemer betalen. Dat is bijna 34.000 euro. Dat heeft de rechter bepaald in een zaak die de opdrachtnemer had aangespannen. Volgens de rechtbank is daarmee sprake van een redelijk loon, omdat de vergoeding afhankelijk is gesteld van de volbrenging van de opdracht en/of het verstrijken van de termijn waarvoor die is verleend en de opdrachtnemer op het moment van de opzegging het grootste gedeelte van de opgedragen werkzaamheden al had verricht. De opdrachtnemer had de volledige vergoeding gevorderd, maar de rechtbank kon de grondslag daarvoor niet vaststellen.

Lees de volledige uitspaak:
ECLI:NL:RBAMS:2021:3800