18 augustus - Een huiseigenaar hoeft zijn voormalig huurder geen 20.000,- euro vertrekpremie te betalen. Daarnaast wordt het beslag dat de voormalig huurder op de woning en de bankrekeningen van de huiseigenaar had laten leggen, opgeheven. Dat heeft de voorzieningenrechter bepaald. Het tweetal had in een overeenkomst afgesproken dat de eigenaar 20.000 euro vertrekpremie zou betalen, als de voormalig huurder de woning voor 1 juni 2017 zou verlaten. Later bleek dat de voormalig huurder al in november 2016 een woning had gekocht en sowieso zou vertrekken. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter zou de huiseigenaar de overeenkomst niet hebben gesloten – althans niet onder dezelfde voorwaarden – als hij dit had geweten, maar hebben gewacht tot de huurovereenkomst zou zijn opgezegd. De voormalig huurder had dit kunnen weten en de huiseigenaar daarover moeten inlichten. Nu is er sprake van dwaling en daarom hoeft de huiseigenaar niet te betalen en worden de beslagen opgeheven.
Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2017:6025