25 mei - Een 38-jarige man is veroordeeld tot 2 maanden gevangenisstraf voor oplichting. De man deed zich voor als vertegenwoordiger van een bestaande groothandel in dranken. Ook maakte hij een valse website met de naam van de groothandel. Meerdere bedrijven besloten na persoonlijk contact met de man om bestellingen te plaatsen en te betalen. De producten werden echter nooit geleverd. Van twee bedrijven is vast komen te staan dat zij samen ruim 14.000 euro naar de man hebben overgeschreven. De rechtbank rekent het de man aan dat hij de bedrijven heeft opgelicht en dat hij daarbij planmatig en doordacht te werk is gegaan. Wel spreekt de rechtbank hem vrij van witwassen. Het dossier bevat onvoldoende aanwijzingen dat hij zich hieraan schuldig heeft gemaakt. 

Lees de volledige uitspraak hier.

20 mei - De gemeente Amsterdam had de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het vervangen van een woonschip door een woonark aan de Oostelijke Handelskade niet mogen weigeren omdat het strijdig is met het bestemmingsplan. Dat heeft de rechtbank geoordeeld. De eigenaar van het woonschip had voorafgaand aan de aanvraag diverse malen met de afdeling Vergunningen gesproken over eerder verleende vergunningen. Op grond daarvan is bij hem de verwachting gewekt dat ook zijn woonark was toegestaan. De rechtbank geeft hem daarin gelijk, omdat de gemeente jaren beleid heeft gevoerd waarin woonarken binnen het bestemmingsplan waren toegestaan. Dit betekent echter niet dat de gemeente de vergunning moet verlenen. Bij het nieuw te nemen besluit zal de gemeente de aanvraag aan de redelijke eisen van welstand moeten toetsen. Ook zal de gemeente het belang van de gewekte gerechtvaardigde verwachtingen moeten afwegen tegen het algemeen belang. 

Lees de volledige uitspraak hier.

19 mei - Een restauranteigenaar moet een van zijn medewerkers alsnog 10 maanden loon betalen, ook al heeft hij die maanden niet meer gewerkt. Dat heeft de kantonrechter bepaald. De werknemer werkte sinds (in ieder geval) 2006 voor de restauranthouder. Eerst op oproepbasis, maar na verloop van tijd kreeg hij een vast contract. Sinds juni 2021 werkte hij niet meer. Volgens de werknemer werd hij niet meer ingeroosterd na een meningsverschil. Volgens de restauranthouder had de medewerker juist zelf ontslag genomen. Omdat niet is vast te stellen wie van hen gelijk heeft, moet het ervoor worden gehouden dat het vaste contract van de werknemer van kracht is gebleven, ondanks dat hij niet meer heeft gewerkt. Hij heeft dus recht op het achterstallige loon. Ook bleek een deel van zijn vakantiegeld over de afgelopen jaren ten onrechte niet uitbetaald. De werknemer heeft niet hardgemaakt dat hij nog recht heeft op uitbetaling van niet opgenomen vakantiedagen.

Lees de volledige uitspraak hier.