Laden...

Het oordeel van de rechter

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Amsterdam > Nieuws > Het oordeel van de rechter
Amsterdam, 05 juni 2023

De rechtbank Amsterdam doet ongeveer 140.000 uitspraken per jaar. Iedere week selecteren we een aantal van de belangrijkste en meest opvallende uitspraken per rechtsgebied.

Straf - Celstraf voor verkrachting in Amsterdam

30 mei - Een 55-jarige man is veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf waarvan 6 maanden voorwaardelijk omdat hij op 3 juni 2021 in Amsterdam, onder invloed van drugs en drank, zijn (ex-)vriendin in haar eigen huis verkrachtte. Onder meer uit het reclasseringsrapport blijkt dat hij sindsdien een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. Zo zou hij inmiddels gestopt zijn met middelengebruik, lijkt hij zijn leven op de rit te hebben en neemt hij verantwoordelijkheid voor wat er is gebeurd. Vanwege zijn berouwvolle opstelling en zijn persoonlijke omstandigheden en dat er inmiddels flink wat tijd is verstreken, is de straf lager dan doorgaans bij verkrachting wordt opgelegd. Als bijzondere voorwaarden moet hij zich onder meer ambulant laten begeleiden en meewerken aan middelencontrole. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2023:3355

Straf - Celstraf voor bezit van hard- en softdrugs

31 mei - Een 57-jarige man is veroordeeld tot 14 maanden gevangenisstraf waarvan 6 maanden voorwaardelijk omdat hij op 31 januari 2023 in Amsterdam onder meer ruim 5.000 pillen die 4-MEC bevatten en 14 gram MDMA in zijn bezit had. Ook had hij 12.520 gram hennep en 1.583 gram hasjiesj in zijn bezit. Hij maakte zich dus schuldig aan het bezit van harddrugs en softdrugs. Uit zijn strafblad blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor handel in hennep. Nu enkel uit zijn verklaringen volgt dat hij fungeerde als ‘achterdeur’ van coffeeshops en bovendien is bewezen dat hij een aanzienlijke hoeveelheid harddrugs in bezit had, acht de rechtbank de ‘achterdeurproblematiek’ in dit geval niet van toepassing, althans vindt zij het niet aannemelijk geworden dat deze problematiek in dit geval van toepassing is. Als bijzondere voorwaarden moet hij zich onder meer ambulant laten begeleiden en meewerken aan schuldhulpverlening.  

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2023:3385

Bestuur - Uwv mocht geen uitkering terugvorderen en boete opleggen

1 juni - Het Uwv mocht geen uitkering terugvorderen van en boete opleggen aan een vrouw in wiens woning een hennepkwekerij was aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de vrouw aannemelijk heeft gemaakt dat zij geen (mede)exploitant van de kwekerij was. Daarbij was onder meer van belang dat zij het Uwv inlichtte over haar verhuizing naar België in 2018, dat zij consequent verklaarde dat zij de woning leeg had achtergelaten, niet wist van de kwekerij en dat zij de sleutels van de woning bij haar zwager in de brievenbus had gedaan. Verder worden haar verklaringen ondersteund door de buurman en haar zwager. De zwager verklaarde onder meer dat hij, zonder overleg, een onbekende in de woning had laten verblijven. Omdat niet aannemelijk is dat het Uwv nog nader onderzoek kan verrichten, vernietigt de rechtbank het terugvorderings- en boetebesluit.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2023:3390


Kanton - Huurder met minderjarige kinderen moet weg om huurschuld

25 mei - Een huurder en zijn zwangere vriendin en haar 2 minderjarige kinderen moeten hun huurhuis in Amsterdam verlaten vanwege een huurschuld van ruim 13.000 euro. Op grond van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind moeten de belangen van kinderen een eerste overweging vormen. Dit betekent echter niet dat een huurovereenkomst niet mag worden ontbonden. De ouders zijn in principe verantwoordelijk voor tekortkomingen die tot ontruiming kunnen leiden. Zij kunnen hulpinstanties inschakelen. Als kinderen toch dreigen op straat komen te staan, kan dit een ontruiming belemmeren maar van zo’n noodsituatie is niet gebleken. Ook weegt mee dat de huurlasten te hoog zijn voor de huurder. Het is dus ook in het belang van de huurder om goedkoper te gaan wonen. Wel is vanwege de minderjarige kinderen een langere ontruimingstermijn van 3 maanden toegekend, zodat huurder langer de tijd heeft om een alternatieve woonruimte te vinden. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2023:3386


Kanton - Vastgoedbeheerder moet betalen voor werk aan airco’s

30 mei - Een vastgoedbeheerder moet een reparateur van airco’s 915 euro betalen voor het uitgevoerde onderhoudswerk. De vastgoedbeheerder voerde aan dat hij de reparateur nooit opdracht heeft gegeven om het werk uit te voeren. Daar gaat de kantonrechter echter niet in mee. Daarbij weegt onder meer mee dat de vastgoedbeheerder en de reparateur telefonisch contact hebben gehad over het onderhoud aan de airco’s. Uit ingebrachte correspondentie blijkt dat ook de gebruikelijke tarieven daarvoor zijn genoemd. Ook verklaarde de reparateur op zitting nog telefonisch contact te hebben gehad over aparte onderdelen en de prijs daarvan. Tegen dit verweer heeft de vastgoedbeheerder – door niet op zitting te verschijnen – niets ingebracht. Daarom staat vast dat de vastgoedbeheerder en de reparateur een overeenkomst van opdracht hadden gesloten. De vastgoedbeheerder moet de factuur dus betalen. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2023:3435


Civiel - Rabo maakte geen fouten bij renteswaps

31 mei - Rabobank heeft geen fouten gemaakt toen zij in 2007 en 2008 met een tomatenbedrijf renteswapovereenkomsten, waarmee bedrijven hun renterisico kunnen afdekken, sloot. Dat heeft de rechtbank geoordeeld. Het bedrijf verweet Rabobank dat zij haar niet goed informeerde en waarschuwde over de volgens haar grote risico’s van de overeenkomsten. Naar het oordeel van de rechtbank hoefde de bank het bedrijf niet te waarschuwen omdat het bedrijf professioneel genoeg was. Kort voor het sluiten van de betreffende overeenkomsten, was een accountmanager van Rabobank financieel directeur van het tomatenbedrijf geworden. Daardoor had het bedrijf de kennis en ervaring in huis om de risico’s van de renteswapovereenkomsten te begrijpen en daar eventueel vragen over te stellen. Het tomatenbedrijf wilde ook nog dat de rechtbank de overeenkomsten zou vernietigen, maar deze vernietingsvorderingen zijn verjaard, zo oordeelde de rechtbank. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2023:3436


Uitspraken