31 juli - Een 25-jarige man is veroordeeld tot 4 jaar gevangenisstraf onder meer omdat hij op 28 juli vorig jaar een gewapende woningoverval pleegde in Amsterdam. Ook moet hij 9000 euro schadevergoeding betalen. De man deed zich voor als koper van kleding. Vervolgens bedreigde hij de aanwezigen met een pistool en stal de kleding en sieraden. In de straf weegt mee dat de man geen verantwoordelijkheid nam voor wat hij had gedaan. Ook had hij toen hij werd aangehouden een vuurwapen en munitie in zijn bezit.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2018:5507

2 augustus - Een 22-jarige man is veroordeeld tot 36 maanden gevangenisstraf (waarvan 6 voorwaardelijk) voor een steekpartij op 6 april van dit jaar in de Burger King op het Centraal Station. Ook moet hij 5000 euro schadevergoeding betalen en mag hij geen contact opnemen met het slachtoffer. Hij stak het slachtoffer meerdere keren, onder meer in zijn hals en buik. De rechtbank weegt mee dat de steekpartij plaatsvond op een publieke plek waardoor nietsvermoedende omstanders getuigen waren. Beiden mannen vertelden enkel dat de steekpartij te maken had met iets in hun verleden. Omdat zij niet meer openheid gaven, zijn er te weinig aanwijzingen dat de 22-jarige man handelde uit een soort van zelfverdediging zoals zijn advocaat stelde, aldus de rechtbank.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2018:5597

27 juli - Een Amsterdammer die driemaal dronken achter het stuur is aangetroffen, is voorlopig zijn rijbewijs kwijt. Dat heeft de voorzieningenrechter bepaald. Het CBR had de man na zijn laatste aanhouding laten onderzoeken door een psychiater. Die heeft in zijn rapport de diagnose alcoholmisbruik in ruime zin gesteld. De man was al eerder een Educatieve Maatregel Alcohol opgelegd en wist dus van de gevaren van alcohol voor de verkeersveiligheid. Ook wist hij dat hij zijn rijbewijs kon verliezen bij dronken rijden. Hij trok zich daar echter niets van aan. De resultaten van dit psychiatrisch rapport zijn voldoende om het rijbewijs in te trekken, aldus de voorzieningenrechter. Dat de Amsterdammer zijn auto nodig heeft voor zijn werk, is minder belangrijk dan de verkeersveiligheid.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2018:5595

27 juli - Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) moet een vrouw alsnog een uitkering voor volledige én duurzame (d.w.z. bestendige en langdurige) arbeidsongeschiktheid toekennen. Dat heeft de rechtbank bepaald. Het UWV had de vrouw, die al sinds 2011 volledig arbeidsongeschikt is verklaard, in het kader van een herbeoordeling opnieuw volledig arbeidsongeschikt geacht. De voormalige werkgever (die de uitkering tot op heden moest betalen) was het daarmee niet eens; hij voerde aan dat het UWV onvoldoende heeft gemotiveerd waarom er nog verbetering van de klachten van de vrouw valt te verwachten. De rechtbank volgt de werkgever in dit betoog en houdt rekening met het aanzienlijke medische verleden van de vrouw, de verschillende behandelingen die zij al heeft ondergaan en de ernst van de medische klachten. Het UWV moet de vrouw daarom naast volledig ook duurzaam arbeidsongeschikt achten.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2018:5546

31 juli - Een beeldend kunstenaar moet het terrein aan de Papaverweg in Amsterdam-Noord verlaten. Dat heeft de kantonrechter bepaald. Volgens een overeenkomst tussen de gemeente Amsterdam en de kunstenaar mocht hij tot uiterlijk 31 mei van dit jaar het terrein huren. De gemeente wil het terrein op korte termijn herontwikkelen. De kunstenaar weigerde echter te vertrekken: hij heeft het terrein nodig voor het realiseren van zijn kunstproject en het is nog onvoldoende duidelijk dat de gemeente uitvoering gaat geven aan haar plannen. Daar gaat de rechter niet in mee: hoewel de ontruiming voor de kunstenaar grote gevolgen heeft, zijn die niet onaanvaardbaar. Zo zijn de gevolgen inherent aan de situatie dat het terrein hem niet voor onbepaalde tijd is verhuurd en kan van de gemeente in het kader van de herontwikkeling geen flexibiliteit worden verlangd in verband met de aanwezigheid van de kunstenaar.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2018:5514

31 juli - Een man moet 800 euro meebetalen aan de verzorging van het dwergkeeshondje dat hij met zijn ex-vriend aanschafte. Dat heeft de kantonrechter bepaald. Toen het tweetal nog samen was, kochten ze dwergkees Jip en spraken af ieder de helft van de verzorging te betalen. Nadat de mannen uit elkaar gingen, weigerde degene die hondje Jip bij de ander achterliet echter nog langer mee te betalen. Dat moet wel, oordeelt de rechter. De mannen hadden een mondelinge overeenkomst en dus geldt: afspraak is afspraak. Voor de bepaling van de hoogte van het bedrag voor de toekomstige verzorging rekent de rechter onder meer de levensverwachting van de hond mee en het feit dat de ex-vriend Jip niet meer ziet en dus de ‘lusten’ niet heeft. Dit bedrag valt beduidend lager uit dan de eis van 10.000 euro.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2018:5486

1 augustus - De eigenaar van 2 woningen aan de Trompenburgstraat hoeft zijn panden niet aan vastgoedhandelaar Spuiveste te verkopen. Dat heeft de rechter bepaald. Spuiveste had dat wel geëist: zij stelde met de eigenaar mondeling tot overeenstemming te zijn gekomen over de verkoop. De rechter oordeelt anders: voor een koopovereenkomst moet sprake zijn van aanbod en aanvaarding. En daarvoor is van belang wat partijen tegen elkaar hebben gezegd, hoe zij zich hebben gedragen en welke betekenis zij daaruit mochten afleiden. Spuiveste heeft, als professionele vastgoedhandelaar, te veel druk gezet op de particuliere eigenaar, door eenzijdig een conceptovereenkomst op te stellen en door te blijven aandringen op de koop. De eigenaar, op zijn beurt, zat in een dusdanig complexe situatie (de panden zijn al bijna 30 jaar in zijn bezit, hij woont er zelf en moet rekening houden met de belangen van zijn huurders) dat hij daardoor werd overdonderd.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2018:5087

1 augustus - Het Rijksmuseum hoefde de aanbestedingsprocedure voor het ‘Museumbussenproject’ niet te staken en hoeft ook niet over te gaan tot her-aanbesteding. Dat heeft de voorzieningenrechter geoordeeld. Een specialist in personenvervoer had bezwaar gemaakt tegen de eisen die het Rijksmuseum hanteerde in de aanbesteding. De voorzieningenrechter oordeelt dat het de vervoerder kan worden verweten dat hij na afwijzing van zijn bezwaren niet direct maatregelen heeft getroffen om de rechtmatigheid van de aanbesteding te laten beoordelen. Van de vervoerder – die naar eigen zeggen frequent op aanbestedingen inschrijft – mag worden verwacht dat hij ervan op de hoogte is dat een spoedige beoordeling door de rechter noodzakelijk is, om de belangen van de aanbestedende dienst en de inschrijvende partijen niet te zeer te schaden. Het belang van het Rijksmuseum om de aanbesteding met voortvarendheid te kunnen afronden en tijdig met het ‘Museumbussenproject’ van start te kunnen gaan weegt in dit geval zwaarder, aldus de voorzieningenrechter.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2018:5596