4 november - Een klant kan geen schadevergoeding meer claimen als gevolg van een ondertussen verwijderde BKR-registratie, omdat hij eerder met de bank een schikking trof over de schuld die de reden was voor die registratie. Dat heeft de rechter bepaald. ABN Amro plaatste vanwege een restschuld een BKR-registratie bij haar klant. Omdat de klant het niet eens was met de restschuld en deze niet wilde betalen, spande ABN Amro een incasso procedure aan. Tijdens die procedure bereikten ABN Amro en de klant een schikking en spraken ze ‘finale kwijting’ af over alles wat in die procedure naar voren kwam. De BKR-registratie was geen onderdeel van die procedure. Maar de BKR-registratie zou alleen onterecht geweest zijn als duidelijk was geworden dat de klant nooit een restschuld heeft gehad. Om dat vast te kunnen stellen, zou in deze procedure alsnog moeten worden geprocedeerd over de vraag of er wel of geen restschuld was. Dat kan niet, omdat met de ‘finale kwijting’ is afgesproken daarover niet meer te procederen.
Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:5357