De belangrijkste aanwijzing dat de man in de woning was, is de overeenkomst tussen de schoen van één van de daders die op camerabeelden te zien is en de schoen die de man anderhalve week later droeg. De camerabeelden zijn van slechte kwaliteit en als het al gaat om dezelfde schoenen, geldt dat het om een vrij algemene en gangbare schoen gaat, aldus de rechtbank.
De relatie tussen de man en één van de oppassen destijds, en kort contact tussen hen vóór de diefstal was een andere aanwijzing voor de betrokkenheid van de man. Over de inhoud van dit contact blijkt niets uit het dossier. Ook uit de analyse van de zendmastgegevens van zijn telefoon en afgeluisterde telefoongesprekken en onderschepte sms-berichten blijkt niet dat hij een van de mannen was die de woning van het slachtoffer is ingegaan. De rechtbank komt dan ook tot de slotconclusie dat de belastende informatie in het dossier, ook in onderlinge samenhang bezien, onvoldoende is om vast te stellen dat hij een van de daders was van de diefstal.
Omdat de man wordt vrijgesproken komt de rechtbank niet toe aan de behandeling van de vordering tot schadevergoeding van de realityster.