In een eerder stadium besliste de rechtbank in een tussenvonnis dat de stichting vooralsnog ontvankelijk was in haar zaak tegen AbbVie en dat zij voldeed aan de ontvankelijkheidsvereisten van de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie. Er was, gelet op de fase waarin de procedure zich toen bevond, geen grond om de zaak van de stichting onmiddellijk af te wijzen. Na verder debat over het belang van de stichting bij haar zaak in de daarop volgende fase van de procedure, komt de rechtbank in dit vonnis tot haar eindoordeel.