In de twee zaken waarin nu uitspraak is gedaan door de rechtbank Amsterdam gaat het om twee subcontractors aan wie geen arbeidsovereenkomst is aangeboden en met wie de vervoersovereenkomst is beëindigd omdat er klachten bestonden over de uitvoering van hun werk. Zij vorderen onder meer dat de rechtbank voor recht verklaart dat zij werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst, en dat PostNL die niet eenzijdig had mogen opzeggen.
De kantonrechter oordeelt dat de vervoersovereenkomst, die PostNL afsloot met een van de twee zelfstandig werkende pakketbezorgers inderdaad is te beschouwen als een arbeidsovereenkomst. Die bezorger had zich kort voor het aangaan van de vervoersovereenkomst met PostNL in 2012 als zelfstandige ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en werkte uitsluitend voor PostNL. De zelfstandige pakketbezorgers moesten voor het uitvoeren van hun werk aan zulke strakke voorwaarden voldoen (onder meer bedrijfskleding van PostNL, bepaald type en kleur van bus, vaste routes, vaste tijden waarop bezorgd moet worden, geen reclame van anderen op de bus, straatcontroles) dat zij zich naar het oordeel van de rechter niet onderscheiden van medewerkers in vaste dienst. Door hun economische afhankelijkheid bestaat ‘eerder het beeld van een gezagsverhouding dan van zelfstandig ondernemerschap’, aldus het vonnis. De bezorger kan dan ook als werknemer van PostNL worden gezien. Omdat is opgezegd zonder instemming van de werknemer moet deze worden vernietigd.
Ten aanzien van de tweede subcontractor heeft de rechter geoordeeld dat er geen arbeidsovereenkomst aanwezig was. Deze pakketbezorger was al sinds 1989 als zelfstandig koerier werkzaam en had meer routes dan hij zelfstandig ooit zou kunnen rijden. Hij heeft zich dan ook voor het overgrote deel van de routes laten vervangen; een minderheid van de routes heeft hij zelf gereden. Hij werd dus structureel betaald voor diensten die hij zelf niet reed. Deze situatie vertoont meer de kenmerken van zelfstandig ondernemerschap dan van een arbeidsovereenkomst.