Het tweede vonnis (ECLI:NL:RBDHA:2019:500) is gewezen in de zaken van acht kinderen die de Staat aansprakelijk stellen voor de standrechtelijke executie van hun vaders door Nederlandse militairen in 1947 en 1949. De Staat beroept zich op verjaring.
De rechtbank oordeelt dat eisers te lang hebben gewacht met het indienen van de aansprakelijkstelling en de vordering tot schadevergoeding. Deze vorderingen worden afgewezen.