Laden...

De Politiek en de Rechtspraak: een relatie van betrokken distantie

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Den Haag > Nieuws > De Politiek en de Rechtspraak: een relatie van betrokken distantie
Den Haag, 26 maart 2020

 

Na drie jaar als Kamerlid heb ik geleerd dat de verhouding tussen politiek en rechtspraak niet altijd eenvoudig is. Het waarborgen van onze democratische rechtstaat betekent in essentie het bewaken van een kwetsbaar evenwicht. Enerzijds moet de bevolking de mogelijkheid hebben om de samenleving wet- en regelgeving op te leggen via een democratische volksvertegenwoordiging. Anderzijds moet de rechtspraak tegenwicht kunnen bieden om individuele vrijheden, rechtszekerheid en de betrouwbaarheid van overheidshandelen te garanderen. De balans tussen deze belangen is precair, omdat de wetgevende macht zichzelf graag een zo groot mogelijke handelingsvrijheid geeft en daarmee het tegenwicht van de rechterlijke macht inperkt. De nauwe relatie tussen de wetgevende en de uitvoerende macht, die als gevolg van de politieke versnippering waarschijnlijk alleen maar inniger gaat worden, maakt de noodzaak van een sterke rechterlijke macht alleen maar groter.

Kwetsbaar

De kwetsbaarheid van dit evenwicht is op meerdere plekken in de wereld zichtbaar. In de Filipijnen heeft President Duterte’s grip op de Hoge Raad arrestaties van politieke tegenstanders mogelijk gemaakt. In Polen probeert de regerende partij de rechterlijke macht tot een vazal te maken. Maar ook in Nederland zijn er factoren die het evenwicht tussen de politieke en de rechterlijke macht bedreigen. Deze bedreigingen zijn weliswaar niet van dezelfde orde van grootte. Op het gebied van stikstof, euthanasie en klimaatbeleid is de overheid recentelijk nog door de rechter op de vingers getikt, maar ze zijn desalniettemin zorgelijk.

Kwalijk

Een van de factoren die het evenwicht bedreigt houdt direct verband met deze recente gerechtelijke uitspraken. Dit was namelijk voor sommige politici aanleiding om rechters ervan te beschuldigden een politieke agenda te hebben en op de stoel van de wetgever te zijn gaan zitten. Dergelijke uitlatingen zijn misleidend en kwalijk. Rechters beoordelen immers enkel vragen die vanuit de samenleving aan hen worden voorgelegd en doen dat op basis van de regels die zijn goedgekeurd door de wetgever. Dat hierbij interpretatie of invulling van regels aan te pas komt is logisch. De politiek biedt bovendien regelmatig bewust ruimte hiervoor aan de Rechtspraak. En soms maakt de wetgever gewoon slechte wetten, waar de rechter dan maar chocolade van moet zien te maken. Dit betekent niet dat politici zich niet kritisch mogen opstellen tegenover de rechtspraak. Een redenering van een rechter mag best kritisch onder de loep worden genomen. Maar dan wel met respect voor de verhoudingen. De rechtspraak als instituut aanvallen door rechters af te schilderen als “politici in toga” gaat duidelijk over een grens. Daarmee komt de positie van de rechtspraak als noodzakelijke tegenwicht onder druk te staan.

Tekorten

Een ander gevaar is dat belangrijke instituties van onze rechtsstaat, zoals de rechtspraak, maar ook het Openbaar Ministerie en de advocatuur niet meer in staat zijn hun werk goed uit te voeren. Tekorten bij deze instituties zorgen ervoor dat burgers moeilijker hun recht kunnen halen. De politiek heeft tot taak te zorgen dat de instituties van de rechtsstaat zaken goed en tijdig kunnen afdoen, zonder dat daarbij roofbouw wordt gepleegd op de medewerkers. Dat dit de laatste jaren is misgegaan is evident. Achterstanden en financiële problemen bij de rechtspraak, het OM en de sociale advocatuur en een hoge werkdruk laten zien dat er te hard is bezuinigd en te weinig is geïnvesteerd in de kerninstituties van de rechtsstaat.

Voorzichtig positief

Ondanks deze sombere constateringen, ben ik toch voorzichtig positief over de toekomst. Vanuit de politiek en samenleving is weerwoord gekomen tegen de aanval op rechters. En in januari van dit jaar organiseerde de vaste Kamercommissie voor justitie een goed bezochte conferentie over de rechtsstaat. Het op gang brengen van een constructieve dialoog tussen politiek, rechters, officieren van justitie, advocaten en wetenschappers was daarbij het hoofddoel. En ook op andere gebieden zit de politiek niet stil. Er is bijvoorbeeld duidelijke vooruitgang bereikt bij de aanpassing van het financieringsmodel van de rechtspraak. Het doorgeschoten “PxQ” model op basis waarvan 95% van de rechtspraak werd gefinancierd is teruggebracht naar een gezondere 50%. Daardoor drukken de vaste lasten minder zwaar op het budget.  Daarnaast heeft het kabinet, mede onder druk van de Tweede Kamer, afgelopen Prinsjesdag terecht jaarlijks 95 miljoen euro extra vrijgemaakt voor de rechtsspraak. Dit lost de tekorten op en biedt enige ruimte voor innovatie. Ook is een resterende bezuiniging op het OM teruggedraaid en is er geld vrijgemaakt voor de sociale advocatuur. Het zijn eerste stappen in een kentering, maar er is absoluut nog veel werk te doen en het zal enige tijd duren voordat de effecten echt zichtbaar worden. Hier geldt helaas: wat je snel afbreekt, kost jaren om weer op te bouwen.

Betrokken distantie

De relatie tussen politiek en rechtsspraak wordt, wat mij betreft, dus gekarakteriseerd door betrokken distantie. Het is aan de politiek om de rechtstaat te bewaken en goede, onafhankelijke  rechtsspraak mogelijk te maken. Dat doet de politiek door goede wetten te maken en voldoende middelen te verstrekken. Anderzijds hoort de politiek gepaste afstand te houden van de rechtspraak. Gerechtelijke uitspraken mogen best onderwerp zijn van gesprek binnen de politiek. Suggereren dat de rechterlijke macht op de stoel van de politiek gaat zitten, gaat echter te ver. De rechtspraak moet zonder politieke druk zijn werk kunnen doen en de overheid kunnen terugfluiten waar nodig. Het gaat erom een constructieve dialoog te voeren met respect voor elkaars positie.

Maarten Groothuizen is Tweede Kamerlid voor D66

Uitspraken