Laden...

Inkoopbeleid 2024-2026 gehandicaptenzorg grotendeels niet onrechtmatig

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Den Haag > Nieuws > Inkoopbeleid 2024-2026 gehandicaptenzorg grotendeels niet onrechtmatig
Den Haag, 06 oktober 2023

Zes zorgkantoren mogen hun landelijk inkoopbeleid voor gehandicaptenzorg voor 2024 handhaven. Eén van hen dient het regionale beleid op twee onderdelen aan te passen. Dat volgt uit een uitspraak in kort geding van de rechtbank Den Haag. Zorgaanbieders voor gehandicaptenzorg (58 in totaal) hebben het kort geding aangespannen omdat zij vrezen geen reële tarieven vergoed te krijgen. 

Gehandicaptenzorg

Dit kort geding draait om de zorg die de zorgaanbieders verlenen aan mensen met een handicap op grond van de Wet langdurige zorg. De zorgkantoren regelen deze zorg voor de regio waarvoor zij zijn aangewezen. De zorgkantoren sluiten schriftelijke overeenkomsten met zorgaanbieders die deze zorg kunnen verlenen. Het huidige meerjarige inkoopkader voor de inkoop van langdurige zorg van de zorgkantoren loopt af op 1 januari 2024. Er moet een nieuw inkoopbeleid komen voor daarna. Afgelopen juni hebben de zorgkantoren hun nieuwe inkoopbeleid gepubliceerd. Zij hebben dit later nog op een aantal onderdelen aangepast.

Door dat nieuwe inkoopbeleid verwachten de 58 zorgaanbieders financiële tekorten omdat zij vinden dat de zorgkantoren geen reële tarieven zullen vergoeden. De zorgaanbieders hebben bezwaren tegen alle drie de pijlers van het beleid dat door de zorgkantoren wordt gevoerd: de hoogte van het vastgestelde landelijk richttariefpercentage, zorgkantoor-specifiek beleid voor regionale aanpassingen en de hardheidsclausule. De zorgaanbieders stellen bovendien dat de gehanteerde tariefsystematiek ondeugdelijk is. Met dit kort geding wilden zij voor elkaar krijgen dat de zorgkantoren hun inkoopbeleid aanpassen.

Oordeel rechtbank

De voorzieningenrechter oordeelt dat de bezwaren van de zorgaanbieders geen doel treffen, op twee bezwaren tegen regionale onderdelen van het inkoopbeleid van Menzis na. De zorgkantoren hebben de op hen rustende verplichtingen niet evident geschonden. Zij hebben de gehanteerde tariefsystematiek en de onderdelen daarvan voldoende duidelijk onderbouwd en voldoende aannemelijk gemaakt dat zij daarmee reële tarieven vergoeden. De rechtbank wijst de vorderingen van de zorgaanbieders tegen CZ, VGZ, Zilveren Kruis, Salland en ZZ daarom af. 

Menzis wordt verboden een specifiek onderdeel in haar inkoopbeleid op te nemen. Menzis moet de zorgaanbieders bovendien gedurende de looptijd van de inkoopprocedure ieder jaar in de gelegenheid stellen om bezwaar te maken tegen het richttariefpercentage voor het opvolgende jaar.

De belangenorganisatie van de aanbieders van gehandicaptenzorg is niet ontvankelijk verklaard in haar vorderingen omdat zij, nu zij zelf geen contracten afsluit met de zorgkantoren, geen eigen belang heeft. 

Uitspraken