Laden...

Inkoopbeleid 2024-2026 ouderenzorg grotendeels niet onrechtmatig

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Den Haag > Nieuws > Inkoopbeleid 2024-2026 ouderenzorg grotendeels niet onrechtmatig
Den Haag, 31 oktober 2023

Zorgkantoren CZ, VGZ, Zilveren Kruis, Salland, Menzis en Zorg & Zekerheid moeten hun landelijk inkoopbeleid voor ouderenzorg voor 2024 op één of twee onderdelen aanpassen. Voor het overige mogen zij dat beleid handhaven. Dat volgt uit zes uitspraken in kort geding van de rechtbank Den Haag. De zaken waren aangespannen door een groot aantal aanbieders van ouderenzorg, omdat zij vrezen geen reële tarieven vergoed te krijgen.

Ouderenzorg

Deze kort gedingen draaien om de zorg die door zorgaanbieders wordt verleend aan kwetsbare ouderen op grond van de Wet langdurige zorg in de sector Verpleging en verzorging. De zorgkantoren regelen deze zorg voor de regio waarvoor zij zijn aangewezen. De zorgkantoren sluiten schriftelijke overeenkomsten met zorgaanbieders die deze zorg kunnen verlenen. Het huidige meerjarige inkoopkader voor de inkoop van langdurige zorg van de zorgkantoren loopt af op 1 januari 2024. Afgelopen juni hebben de zorgkantoren hun nieuwe inkoopbeleid gepubliceerd voor de jaren 2024-2026. Zij hebben dit later nog op een aantal onderdelen aangepast. 

De zorgaanbieders verwachten financiële tekorten door dat nieuwe inkoopbeleid en zijn van mening dat de zorgkantoren geen reële tarieven zullen vergoeden. De zorgaanbieders hebben bezwaren tegen alle drie de pijlers van het beleid dat door de zorgkantoren wordt gevoerd: de hoogte van het vastgestelde landelijk richttariefpercentage (maar ook de uitzondering die daarop wordt gemaakt voor zorgaanbieders met een ‘historisch laag tarief’), zorgkantoor-specifiek beleid voor regionale aanpassingen en de hardheidsclausule. De inkoopprocedure is volgens hen verder om meerdere redenen onvoldoende transparant en in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Met deze kort gedingen wilden zij voor elkaar krijgen dat de zorgkantoren hun inkoopbeleid aanpassen.

Oordeel rechtbank

De voorzieningenrechter neemt tot uitgangspunt dat de zorgkantoren op grond van het proportionaliteitsbeginsel reële tarieven moeten vergoeden en dat de onderbouwing van het tariefsysteem transparant en uitlegbaar moet zijn. De rechter oordeelt in deze zaken dat het grootste deel van de bezwaren van de zorgaanbieders geen doel treft. De zorgaanbieders hebben bij een aantal vorderingen die betrekking hebben op de jaren ná 2024 geen spoedeisend belang. Voor het overige wordt grotendeels geoordeeld dat de zorgkantoren, anders dan de zorgaanbieders betogen, de op hen rustende verplichtingen niet evident hebben geschonden. Zij hebben naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter de gehanteerde tariefsystematiek en de onderdelen daarvan voldoende duidelijk onderbouwd en voldoende aannemelijk gemaakt dat zij daarmee reële tarieven vergoeden. 

Op twee onderdelen is dat niet het geval. CZ, VGZ, Zilveren Kruis, Salland en Zorg & Zekerheid moeten hun inkoopbeleid aanpassen, zo dat de zorgaanbieders gedurende de looptijd van de inkoopprocedure ieder jaar de mogelijkheid hebben om bezwaar te maken tegen het richttariefpercentage, inclusief de onderbouwing ervan. Dit gebod geldt niet voor Menzis omdat zij met ter zitting gedane toezeggingen de onrechtmatigheid van haar beleid op dit punt heeft weggenomen. 

Verder oordeelt de rechter dat het inkoopbeleid van CZ, Menzis, VGZ en Zorg & Zekerheid onrechtmatig is voor zover zij, in het geval in het verleden met een zorgaanbieder een lager tariefpercentage dan het richttariefpercentage overeengekomen is, dat lagere tariefpercentage tot uitgangspunt nemen. Deze zorgkantoren hebben onvoldoende gemotiveerd dat dit lagere percentage destijds een reëel tarief opleverde, laat staan dat dit tarief op dit moment nog steeds reëel is. Aan deze zorgkantoren wordt daarom verboden om dit onderdeel in hun inkoopbeleid op te nemen zoals dat nu in het inkoopbeleid staat.

Uitspraken