De rechtbank oordeelt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het meermalen plegen van ontucht met een minderjarig meisje en aanranding van een ander minderjarig meisje. Dit gebeurde telkens in een vertrouwde omgeving, namelijk in de Jehovagemeenschap. Dat is een plek waar de meisjes zich veilig en vertrouwd mochten voelen. De verdachte heeft met zijn handelen de lichamelijke integriteit van de slachtoffers ernstig aangetast. Dit soort feiten kan langdurige negatieve gevolgen hebben voor de psychische, emotionele en seksuele ontwikkeling van jonge slachtoffers. De rechtbank neemt het de verdachte kwalijk dat hij geen verantwoordelijkheid neemt voor zijn handelen.
Daarnaast is bij de verdachte thuis een hoeveelheid kinderporno en dierenporno aangetroffen op verschillende gegevensdragers. Voor de productie van kinderporno worden kinderen seksueel misbruikt en uitgebuit. Verwijderde afbeeldingen zijn niet makkelijk meer te benaderen. Toch weegt de rechtbank ook dergelijke niet-benaderbare afbeeldingen mee in de ernst van het feit. De verdachte heeft namelijk verklaard als ICT-expert te weten hoe hij de afbeeldingen moet verbergen en ook hoe hij deze weer benaderbaar moet maken.
De rechtbank vindt een celstraf van 36 maanden passend en geboden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Daaraan verbindt de rechtbank verschillende voorwaarden. Zo moet hij zich laten behandelen in een kliniek en mag hij op geen enkele wijze contact zoeken met minderjarigen. Daarnaast krijgt de verdachte een contactverbod van vijf jaar opgelegd met de drie betrokken meisjes, die inmiddels niet meer minderjarig zijn. Dit contactverbod houdt in het bekijken of bezoeken van hun profielen op social media. Hoewel de verdachte wordt vrijgesproken van verkrachting, geldt het verbod ook voor contact met die aangeefster.