De rechtbank Den Haag is exclusief bevoegd in bepaalde zaken betreffende:
- Het octrooirecht (artikel 80 Rijksoctrooiwet 1995).
- Vorderingen tot vernietiging van besluiten van Octrooicentrum Nederland terzake van verlening van een aanvullend beschermingscertificaat en terzake van de verlenging van de duur daarvan.
- Het kwekersrecht (artikel 78 Zaaizaad en Plantgoedwet 2005); geldt ook voor Gemeenschapskwekersrechtelijke vorderingen die niet de geldigheid van het kwekersrecht betreffen (bedoeld in artikelen 94 t/m 100 Verordening (EG) 2100/94 van de Raad van 27 juli 1994 inzake het communautaire kwekersrecht, zulks op grond van artikel 101 juncto artikel 78 Zaaizaad en Plantgoedwet 2005).
- Het Uniemerkrecht (artikel 123 van de Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het Gemeenschapsmerk zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2015/2424 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2015 en Verordening (EU) 2017/1001 van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk juncto artikel 3 van de betreffende Uitvoeringswet).
- Het Gemeenschapsmodelrecht (artikel 80 lid 1 van de Verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende Gemeenschapsmodellen juncto artikel 3 van de Uitvoeringswet EG-verordening betreffende Gemeenschapsmodellen).
- De vergoedingsregeling inzake naburige rechten (artikel 15c Wet op de naburige rechten).
- De thuiskopieregeling (artikel 16g Auteurswet) en het topografierecht (artikel 19 Topografiewet).
Andere zaken met betrekking tot het auteursrecht, het portretrecht, de naburige rechten, het databankrecht, het handelsnaamrecht, de ongeoorloofde mededinging (waaronder de misleidende en vergelijkende reclame en de slaafse nabootsing) en het Beneluxmerken- en modellenrecht behoren ook tot het werkterrein van de Sectie
IE, maar met betrekking tot die zaken is de rechtbank Den Haag niet exclusief bevoegd.