Laden...

Broers veroordeeld voor fatale steekpartij in Zutphen

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Gelderland > Nieuws > Broers veroordeeld voor fatale steekpartij in Zutphen
Zutphen, 15 november 2024

De rechtbank veroordeelt twee broers voor hun betrokkenheid bij een fataal steekincident met een man uit Zutphen. De 26-jarige broer is schuldig aan doodslag en moet 9 jaar de cel in. De rechtbank veroordeelt de 25-jarige broer voor openlijke geweldpleging. Hij krijgt een gevangenisstraf van 18 maanden. 

Op 11 oktober 2023 vond er op een schoolplein in Zutphen een confrontatie plaats tussen de broers en het slachtoffer. De ruzie duurde minder dan tien minuten en was gewelddadig van aard. Daarbij raakte het slachtoffer zwaargewond door messteken. Onderweg naar het ziekenhuis overleed hij aan zijn verwondingen. Bij de sectie bleek dat hij vooral in zijn rug elf messteken had, waarvan drie dodelijk.

De verhalen over de mogelijke aanleiding van de confrontatie lopen zo uiteen, dat daarover bij gebrek aan objectief bewijs niets zinnigs te concluderen valt. Vaststaat wel dat het slachtoffer zei niet te weten wie hem had gestoken.

Een precieze reconstructie van de confrontatie, als het ware fragment voor fragment (wie deed wanneer wat) is niet meer mogelijk.  Er zijn geen camerabeelden en geen getuigen die de volledige confrontatie hebben gezien. De broers verklaarden uiteenlopend en het slachtoffer kan het niet meer navertellen. Vaststaat wel dat het slachtoffer aanzienlijk ernstiger gewond is geraakt dan de beide broers.

Oudste broer stak slachtoffer

De eerste vraag die rechtbank moet beantwoorden is wie van de broers het slachtoffer de fatale steekverwondingen toebracht. Vaststaat dat zowel de 26-jarige broer als het slachtoffer een mes bij zich hadden die ook gebruikt zijn tijdens de confrontatie. De meest voor de hand liggende conclusie is dat het slachtoffer met zijn mes de 25-jarige broer verwondde en dat de 26-jarige man het slachtoffer verwondde met het mes dat later bij zijn broertje is gevonden. De rechtbank oordeelt dat de 26-jarige broer degene was die het slachtoffer de (dodelijke) steekverwondingen toebracht. Dit baseert ze mede op het forensisch (DNA)bewijs. 

Geen moord

De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van moord. Er was geen vooropgezet plan om het slachtoffer te doden. Er is dus sprake van doodslag. De 26-jarige man stak dusdanig op het slachtoffer in dat zijn opzet gericht was op levensberoving. 

Geen medeplegen doodslag

Volgens de officier van justitie waren de broers samen schuldig aan het doden van het slachtoffer. De rechtbank gaat hier niet in mee. Bij medeplegen moet sprake zijn van een nauwe en bewuste samenwerking. Het dossier bevat geen aanwijzingen dat de 25-jarige broer het slachtoffer heeft gestoken of dat hij zijn oudere broer aanmoedigde om het slachtoffer te steken of iets deed met als doel dat zijn oudere broer het slachtoffer kon steken. De rechtbank oordeelt dat de 26-jarige broer de doodslag in zijn eentje pleegde en spreekt hem vrij van medeplegen.

Omdat de rechtbank oordeelt dat de 26-jarige man alleen schuldig is aan de doodslag, spreekt ze de 25-jarige broer daarvan vrij. Wel komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van openlijke geweldpleging, omdat de 25-jarige man het slachtoffer heeft geslagen nadat zijn broer de messteken had toegebracht. Dat vele steken kan deze jongere broer niet zijn ontgaan. Door het slachtoffer toch te slaan, heeft hij zich aangesloten bij het geweld tegen het slachtoffer.

Beroep op noodweer verworpen

De advocaat van de broers deed een beroep op noodweer. Volgens de rechtbank is hiervan geen sprake. De broers verklaarden op essentiële onderdelen van het noodweerscenario tegenstrijdig, onjuist en ongeloofwaardig over hun eigen aandeel en dat van de ander en over de toedracht. 

Andere straf dan eis

De rechtbank komt tot andere straffen dan de 13 jaar cel die de officier van justitie voor elk van de broers eiste. De officier van justitie meende namelijk dat sprake was van het medeplegen van doodslag. De rechtbank komt echter tot een andere bewijsbeslissing: doodslag door de 26-jarige man en  openlijke geweldpleging door de 25-jarige man. 

Onomkeerbare gevolgen

De broers pleegden samen geweld tegen het slachtoffer. Daarbij is niet alleen geslagen, maar ook gestoken door de 26-jarige broer waardoor het slachtoffer overleed. Duidelijk is dat de vele messteken veel pijn hebben veroorzaakt bij het slachtoffer, wat voor angstige laatste levensmomenten moet hebben gezorgd. De volgorde waarin het geweld plaatsvond is niet precies te achterhalen. Dat komt mede door de verschillende verklaringen van de broers en het feit dat het slachtoffer het verhaal niet meer kan navertellen. Dit bemoeilijkt de verwerking voor de nabestaanden, die achterblijven met vragen.

De gevolgen van het steekincident zijn onomkeerbaar. Het overlijden van het slachtoffer had grote impact op zijn nabestaanden en naasten, zoals bij het uitoefenen van het spreekrecht ook bleek. Hun leven is onomkeerbaar veranderd.

Het plegen van geweld – met een mes – tast ook gevoelens van veiligheid in de samenleving aan. Dit alles neemt de rechtbank de broers kwalijk. 

Schadevergoeding

Tot slot moet de 26-jarige broer een schadevergoeding betalen aan de vader en moeder van het slachtoffer en aan de kinderen van slachtoffer. Het gaat, naast de kosten rondom de uitvaart, om een bedrag 17.500 euro voor de vader en moeder en 20 duizend euro voor de kinderen. 

Uitspraken