De zaak kwam in november 2015 aan het rollen, omdat een kort daarvoor gestolen Volkswagen Caddy via een ‘Track and Trace’ systeem werd aangetroffen op de brug in de autosloperij van de man in Nijmegen. De Caddy was toen al deels gestript. Bij een daaropvolgende doorzoeking zijn ruim 10 duizend auto-onderdelen - zoals airbags, portieren en motorkappen - in beslag genomen. Deze onderdelen zijn voor een groot deel onderzocht op (geheime) unieke identificeerbare kenmerken en overige onderdeelnummers. Met name de geheime unieke identificeerbare kenmerken waren te herleiden tot een individueel Voertuig Identificatie Nummer en het daarbij behorend kenteken.

De diefstal van deze auto’s vond plaats tussen mei 2012 en augustus 2015. De rechtbank stelt vast dat de aangetroffen onderdelen van misdrijf afkomstig zijn. De rechtbank vindt bewezen dat de man wist dat deze onderdelen van misdrijf afkomstig waren. Zo is geen opkopersregister of een administratie aangetroffen, waaruit de inkoop van de betreffende onderdelen bleek. Dat de man niet is opgevallen dat kenmerken van onderdelen verwijderd waren, is volgens de rechtbank niet aannemelijk. Uit het onderzoek bleek dat van veel onderdelen de kenmerken waren verwijderd of weggekrast. Bovendien werden de onderdelen gesorteerd op verschillende plaatsen in het bedrijf aangetroffen, wat doet vermoeden dat de onderdelen door de man moeten zijn bekeken. Omdat hij zich binnen een tijdsbestek van 3,5 jaar in ieder geval 23 keer schuldig heeft gemaakt aan opzetheling, oordeelt de rechtbank dat sprake is van gewoonteheling. Ten aanzien van de gestolen Volkswagen Caddy, is volgens de rechtbank sprake van opzetheling.

Een verbod om enkele beroepen in de autobranche uit te oefenen, zoals geëist door de officier van justitie, spreekt de rechtbank niet uit. Een forse voorwaardelijke straf en een lange proeftijd is volgens de rechtbank voldoende. De in beslaggenomen handelsvoorraad en goederen zijn verbeurd verklaard.

De zoon van de man is vrijgesproken. Uit het dossier blijkt niet dat hij op enige wijze betrokken is geweest bij de hem ten laste gelegde feiten. Dat hij kort voor de politie-inval als vennoot stond ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, maakt dat niet anders.