Deze belangenafweging valt in het voordeel van de geitenhouders uit. Een aantal verzoekers mest naast bokjes ook vrouwelijk jongvee op. Het vrouwelijk jongvee wordt in ongeveer 11 maanden groot gebracht totdat zij zelf kunnen lammeren en daarna kunnen worden ingezet als melkgeit. Het jongvee gaat na die periode van ongeveer 11 maanden terug naar de geitenmelkerij. Uit de stukken en tijdens de zitting bleek dat de geitenmelkerijen die het jongvee aanleveren aan de geitenhouderijen zelf niet over de ruimte, de apparatuur en het personeel beschikken om het jongvee groot te brengen. Het op korte termijn niet meer toelaten van jonge geiten en bokjes leidt tot een probleem. Er worden in Gelderland op dit moment zoveel geiten en bokjes geboren, dat het sluiten van de bedrijven binnen dit lammerseizoen tot acute problemen zal leiden. Vooral voor het dierenwelzijn. Tegenover deze grote belangen om de bedrijven dit lammerseizoen nog open te laten, staan de belangen van de colleges om juist nu te handhaven. De voorzieningenrechter is er niet van overtuigd dat er heel dringende redenen zijn - zoals acute (volksgezondheids)belangen - op grond waarvan juist in het lammerseizoen op deze wijze moet worden gehandhaafd.