De eigenaar van het afvalverwerkingsbedrijf gaf aan dat er geen sprake was van een onveilige situatie en dat de IBC’s niet kapot waren. De rechtbank oordeelt dat uit de foto’s en de bevindingen van de toezichthouders duidelijk blijkt dat een deel van de IBC’s beschadigd is, ook dat enkele IBC’s zijn gaan lekken. Door deze lekkage is een deel van de inhoud op het terrein en in de groenstrook beland. Dit betekent dat er sprake is van een overtreding, zodat de gemeente bevoegd was om handhavend op te treden.
Volgens de eigenaar van het afvalverwerkingsbedrijf stond in een e-mail uit mei 2012 van een vergunningverlener dat geen limiet was gesteld aan hoeveel blusschuim het bedrijf mocht innemen. De rechtbank oordeelt dat de eigenaar aan de email geen vertrouwen kon ontlenen dat hij meer dan 10 ton blusschuim mocht opslaan.
Er zouden volgens het bedrijf verder fouten gemaakt zijn bij de handhaving van de milieuregels, waardoor niet tijdig is gehandhaafd tegen het illegale gebruik door het afvalverwerkingsbedrijf. Dit vormt echter geen bijzondere omstandigheid om van handhaving af te zien. Het blijft de verantwoordelijkheid van de eigenaar van het afvalverwerkingsbedrijf om te handelen volgens de milieuvergunning.
Alles bij elkaar afwegend verklaart de rechtbank het beroep ongegrond. De gemeente mocht bestuursdwang toepassen.