Volgens de rechtbank is dan ook bewezen dat de man opzet had op de oplichting en deze oplichtingszaken met andere personen pleegde. Deze wijze van oplichting vergt een planmatige aanpak, intensieve samenwerking en duidelijke afstemming tussen de daarbij betrokken personen. De man had hierin zijn eigen taak, namelijk het pinnen van de bedragen, hetgeen cruciaal was voor het voltooien van de oplichting. Ten aanzien van de pinpas die verdachte voorhanden had en in een aantal zaken gebruikte om de geldbedragen te pinnen, vindt de rechtbank heling van de pinpas en diefstal van de geldbedragen bewezen. Dat de eigenaar van deze pas vrijwillig zijn pas heeft afgestaan en betrokken was bij de oplichtingszaken, is volgens de rechtbank niet aannemelijk geworden.
De man ontkende bij 2 andere oplichtingszaken betrokken te zijn geweest. De rechtbank vindt deze feiten toch bewezen Dit blijkt onder meer uit WhatsApp gesprekken tussen de ex-partner van de man en de man zelf, en tussen de ex-partner van de man en een persoon van wie de rekening werd gebruikt voor de oplichting.