De voorzieningenrechter oordeelt dat de aanwezigheid van de aangebrachte nooddeur in strijd is met de wet. Er is namelijk een wetsartikel dat bepaalt dat – tenzij de eigenaar van het naburige erf daartoe toestemming geeft – het niet is toegestaan om binnen twee meter van de erfgrens vensters of andere muuropeningen aanwezig te hebben, voor zover deze op dit naburige erf uitzicht geven. Hier valt de ondoorzichtige nooddeur ook onder, omdat een deur nu eenmaal geopend kan worden waardoor er uitzicht op het perceel van de buren ontstaat. Een afweging van de belangen van partijen leidt niet tot een ander oordeel. Dat er een noodzaak zou zijn om een nooddeur aanwezig te hebben en dat deze op de huidige plek moet komen om in de toekomst het kinderdagverblijf te kunnen exploiteren, zoals de eigenaren van het gastouderbureau stellen, is namelijk onvoldoende onderbouwd. Daarom komt niet vast te staan dat er überhaupt een belang is bij het gebruik mogen maken van de bestaande nooddeur. Hiertegenover staat het belang van de buren om hun erf af te sluiten met een erfafscheiding, die nu niet meer wordt gevormd door de zijmuur van de uitbouw omdat daarin een deur is geplaatst. Dit laatste belang weegt volgens de voorzieningenrechter zwaarder. Verder is het niet aannemelijk gemaakt dat de buren het hek slechts hebben geplaatst om de eigenaren van het gastouderbureau te dwarsbomen. Dit leidt tot de conclusie dat de buren geen misbruik maken van hun bevoegdheid als eigenaar om hun erf af te sluiten. Dat een noodweg nodig is voor een behoorlijke exploitatie van het kinderdagverblijf, zoals de eigenaren van het gastouderbureau ook stellen, is eveneens onvoldoende onderbouwd. Juist omdat niet is gebleken dat het nodig is om voor dat doel een nooduitgang aanwezig te hebben en ook niet dat de nooduitgang op de plaats moet komen waar de nooddeur nu aanwezig is. Gelet hierop is de beslissing van de voorzieningenrechter dat de vorderingen van de eigenaren van het gastouderbureau worden afgewezen. Om een definitieve beslissing te verkrijgen, moeten de eigenaren van het gastouderbureau in een bodemprocedure laten vaststellen wat ieders rechten en verplichtingen zijn op dit punt.
De voorzieningenrechter wijst de vordering van de buren om de nooddeur constructief vast te zetten toe, omdat deze niet mag worden geopend.