De officier van justitie eiste een straf van 11 jaar. De rechtbank legde een lagere straf op. Zij kwam als volgt tot die straf. Bij de strafbepaling houdt de rechtbank er rekening mee dat de man zich tijdens het politieonderzoek meewerkend heeft opgesteld. De man is een schuldbewuste dader. Hij neemt verantwoordelijkheid voor zijn daad en toont berouw. De rechtbank vindt ook van belang dat niet is gebleken dat de man eerder geweld gebruikte. De kans op herhaling van gewelddadig gedrag is volgens deskundigen laag. Er is sprake geweest van een eenmalige, zij het zeer ernstige, geweldsuitbarsting. Ook de man zal moeten leven met de gedachte dat hij hiermee zijn echtgenote, de moeder van zijn zoons, en de tweelingzus van zijn zwager, om het leven heeft gebracht.
Tot slot neemt de rechtbank in haar afweging mee dat de zoons van de man - tijdens het op zitting door hen uitgeoefende spreekrecht - naar voren hebben gebracht dat zij hun moeder erg missen en niets de daad van hun vader rechtvaardigt. Zij voegen daaraan toe dat zij vinden dat zij niet zijn gebaat bij het aan hem opleggen van een lange gevangenisstraf.