Laden...

Op de rol: 'Ik ben niet je en jij voor u'

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Gelderland > Nieuws > Op de rol: 'Ik ben niet je en jij voor u'
Arnhem, 25 juli 2018

Brian (22) hoort onderuitgezakt in de Rijnzaal van het Arnhemse gerechtsgebouw politierechter Ton Tegelaar aan. Schijnbaar onverschillig, maar schijn bedriegt. Hij lijkt ieder moment te kunnen ontploffen. Zoals hij ook ontplofte toen een straatgenoot verhaal kwam halen over de schade aan diens Opel. ‘Hij stond mij uit te dagen. “Sla mij dan, sla dan, durf je niet hè', durf je niet”.’ Toen de straatgenoot in Brians woorden ‘uithaalde’, sloeg hij als eerste en als laatste. ‘Ik laat mij niet slaan’.

Volgens een getuige was niet de overbuur maar Brian gewelddadig, houdt politierechter Tegelaar hem voor. ‘Ook het slachtoffer zegt dat hij uit het niets een klap voor zijn hoofd van u kreeg’. Brian: ‘Dat klopt niet. Ik heb hem wel 10 keer netjes gevraagd om uit onze tuin te gaan. Maar hij vond het leuk om mij kwaad te maken. Hij wilde dat ik de eerste klap zou geven. Mijn moeder ging tussen ons in staan. Hij trok haar weg en wilde mij een kaakslag geven. Toen sloeg ik hem; het was een reflex.’ ‘Ik ken mijn zoon als hij boos wordt’, zei Brians moeder tegen de rechter-commissaris. Ze zit vandaag op de eerste rij in de rechtszaal.

Afspraak

De getuige heeft de rechter-commissaris verteld dat moeder en zoon onhebbelijk deden tegen hun straatgenoot. Politierechter Tegelaar pakt het dossier er weer bij. ‘U liep volgens deze getuige weg, terug naar huis, pakte een balk van een meter lang uit de tuin en gooide die vervolgens naar de grijze Opel van de overbuurman. Volgens de getuige bleef de overbuurman ondanks alles erg rustig. Het beeld is helemaal niet dat de overbuurman u stond uit te lokken.’ Van Brians korte lontje is inmiddels weinig meer over. ‘Ik sla hem zo maar; het is wel goed’, reageert Brian op hoge toon. De rechter: ‘Waarom zegt u dat zo tegen mij?’ Brian: ‘Omdat jij er toch over begint?’ De rechter: ‘Ik ben niet je en jij voor u. Ik zou het prettig vinden als u mij gewoon met u aanspreekt. Die afspraak maak ik graag. Ik houd u dingen voor en daarop kunt u reageren. Die kans krijgt u. Zo gaat dat.’

Boos

Een politieman praat op die bewuste 2e augustus van 2016 met mensen in de buurt, maar ze willen later niet getuigen. Ze bevestigen wél het relaas van de getuige die rept over een agressieve Brian en een beheerste overbuurman. ‘Heb ik enige reden om te twijfelen aan hun woorden’, vraagt politierechter Tegelaar. ‘Wat weten zij nou? Ze kwamen er pas later bij’, roept Brian. Als de rechter weer het woord neemt, begint Brian er luidkeels doorheen te tetteren. ‘Wilt u niet door mij heen praten? Zo kan ik mijn werk niet goed doen’, zegt politierechter Tegelaar. Brian: ‘Ik had beter thuis kunnen blijven.’ ‘U hoeft hier niet te zijn’, antwoordt de rechter. Brians moeder lispelt dat hij zich moet inhouden, maar dat ligt niet in zijn aard. ‘Hoe is het voor u om hier te zitten?’, vraagt de rechter. Nu ontploft Brian. ‘Het kost mij heel veel geld om hier vandaag te zijn. Ik kan niet werken.’ ‘Is dat de reden waarom u zo achterover zit en boos doet’, informeert de rechter. ‘En dan zitten die politieklootzakken ook nog achterin de zaal.’ (De zitting wordt bijgewoond door agenten in opleiding.) Politierechter Tegelaar heeft er genoeg van. Nog 1 keer en Brian kan zijn biezen pakken.

Driftkikker

De reclassering heeft Brian onder de loep genomen, en ziet voor zichzelf geen rol weggelegd in het veranderen van zijn gedrag. Zou Brian trouwens toch niet aan meewerken. ‘Wat vindt u daar zelf van?’, vraagt de politierechter. ‘Het is 1 grote poppenkast, dat vind ik ervan’, antwoordt Brian. ‘Ik was vroeger een driftkikker, maar ik ben veranderd. Als ik niet had geslagen, dan had hij mij geslagen.’ Officier van justitie Merle Jannink gelooft er niets van. De getuige heeft niet gezien dat Brian zijn overbuurman een klap gaf, maar heeft wél gezien en gehoord dat hij zich agressief gedroeg en dat zijn overbuurman bedaard bleef. Brian was de belager en daarvoor verdient hij een werkstraf van 60 uur, waarvan 20 uur voorwaardelijk. ‘En daar heb ik dus geen tijd voor’, roept Brian. ‘Dat kan in alle vormen en maten en u hebt er een jaar de tijd voor, dus dat moet lukken’, reageert de officier.

Zieken

De overbuurman heeft zijn cliënt wel degelijk lopen zieken, meent Brians raadsman Jan Schadd. Dat allerlei mensen in de straat van alles tegen de politieman hebben gezegd mag zo zijn, als bewijs kunnen hun praatjes niet dienen, meent de raadsman. ‘Mijn cliënt is maatschappelijk goed bezig’. Er is alle reden om Brian een geheel voorwaardelijke werkstraf op te leggen, ook omdat het veel te lang heeft geduurd voordat deze ‘kleine zaak’ vandaag voor de rechter is gekomen. ‘Het heeft onredelijk lang geduurd’.

Weg

Als iedereen zijn zegje heeft gedaan, mag Brian als verdachte nog wat zeggen. En dat doet-ie. ‘Het zou verstandig zijn om niets te zeggen, maar ik wil wel zeggen dat ik niet begin aan een werkstraf. Ga zelf werken! Ik werk fulltime en dan ga ik mij niet bezighouden met deze flauwekul. Dan ga ik lekker 30 dagen zitten. Dat wou ik zeggen.’ Rechter Ton Tegelaar oordeelt dat Brian de boosdoener was op die 2e augustus. ‘Ik heb weinig aanleiding om te veronderstellen dat u werd getreiterd door de overbuurman, maar afgezien daarvan is slaan niet de manier om te reageren. Een straat zit niet te wachten op dat geweld.’ Brian heeft er schoon genoeg van. ‘Kan ik nu weg?’ Dat kan. ‘Brian doe nou niet’, prevelt zijn moeder zachtjes. Maar Brian doet het wel en banjert de Rijnzaal uit. De politierechter geeft hem een taakstraf van 60 uur, waarvan 30 uur voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar.

Uitspraken