De man ging in de nacht van 12 augustus 2023 samen met zijn toenmalige vriendin naar de woning van het slachtoffer in Tiel. Hij had het vermoeden dat – toen zijn vriendin eerder bij de vrouw op bezoek was - daar ook een man binnen was. Bij aankomst werd hij agressief en sloeg de bewoonster met de vuist in zijn gezicht. Vervolgens vernielde de man de voordeur van de woning van het slachtoffer en meerdere goederen in de voortuin. Door de klap brak het slachtoffer beide onderkaken, waarbij de linkerzijde verbrijzeld was. Ook waren haar ondertanden afgebrokkeld. Zij is diezelfde dag nog in het ziekenhuis geopereerd.

De volgende dag ging de man naar de woning van zijn toenmalige vriendin. Hij probeerde haar woning binnen te komen en vernielde daarbij een ruit. De man werd aangehouden. Bij die aanhouding trof de politie een vlindermes bij hem aan. Terwijl hij ingesloten was op het politiebureau, plaste de man in de ophoudkamer. De politie deed vervolgens aangifte van vernieling van de kamer. 

Tijdens de zitting bekende de man de gebeurtenissen. De rechtbank neemt het hem kwalijk dat hij de slachtoffers een onveilig gevoel gaf in hun eigen woningen. Tijdens de rechtszaak bleek dat het slachtoffer van de mishandeling nog altijd kampt met de fysieke en emotionele gevolgen. 

De rechtbank weegt bij het bepalen van de straf mee dat de man in 2018 ook al werd veroordeeld voor een geweldsdelict. De reclassering maakt zich zorgen over de man. Hij heeft geen vaste huisvesting, geen inkomen en geen dagbesteding. De rechtbank deelt die zorgen en vindt het belangrijk dat de man de vaardigheden aanleert die nodig zijn om zich zelfstandig en zonder het plegen van delicten staande te houden in de maatschappij. 

De rechtbank spreekt de man vrij van vernieling van de ophoudkamer, omdat niet kan worden vastgesteld dat hij dit opzettelijk deed. Uit het dossier blijkt niet hoe lang de man ingesloten was en of hij - zoals hij zegt - kenbaar maakte dat hij naar de wc moest en of hij daartoe in de gelegenheid is gesteld door de politie. 

Al met al legt de rechtbank een gevangenisstraf op van 7 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk. De man moet zich daarbij houden aan bijzondere voorwaarden, zoals het onderhouden van contact met de reclassering, het volgen van een gedragsinterventie en ambulante behandeling. Ook legt de rechtbank een vrijheidsbeperkende maatregel op aan de man, in de vorm van een contactverbod met de beide slachtoffers. 

Tot slot moet de man een schadevergoeding van ruim 13 duizend euro betalen aan het slachtoffer van de mishandeling.