De 3 mannen kwamen uit Kameroen en Nigeria en verbleven tijdens hun studie in Nederland. Het trio zou verschillende buitenlandse bedrijven en personen hebben opgelicht. Daarom moesten zij zich verantwoorden voor de meervoudige kamer van de rechtbank. De vermeende oplichters boden tijdens de beginperiode van de coronatijd - april en mei 2020 - mondkapjes aan via een website onder de naam van een bedrijf van de rapper Ali B. Daarbij misbruikten ze de naam van dat bedrijf en werden valse stukken gebruikt om de betrouwbaarheid van de vermeende oplichters aan te tonen.

Voor het wegsluizen van het geld dat de oplichters verdienden met de oplichting, werden de ING-rekeningen gebruikt van 4 mannen en 2 vrouwen. Het bedrijf van Ali B., de ING-bank en diverse opgelichte personen en bedrijven deden aangifte bij de politie. 

De rechtbank vindt net als de officier van justitie niet bewezen dat de 3 mannen betrokken waren bij de oplichting en de daaraan gerelateerde valsheid in geschrift. Van 29-jarige man vindt de rechtbank wel dat het niet anders kan zijn dan dat de ruim 80 duizend euro die contant op zijn rekening is gestort al dan niet gedeeltelijk afkomstig is van de oplichting. Daarom veroordeelt ze de 29-jarige man voor witwassen. Omdat de man anderen ronselde, hun bankrekeningen gebruikte en deze personen daarmee betrok bij het witwassen van het oplichtingsgeld, vindt de rechtbank een gevangenisstraf van 3 maanden passend. De man moet daarnaast ruim 186 duizend euro terugbetalen aan 1 van de opgelichte personen.

Van de 36-jarige man stelt de rechtbank wel vast dat hij betrokken was bij de contante geldopnames en het wegsluizen van geld, maar zij kan niet vaststellen dat het geld dat op zijn rekening is gestort en naar de rekening is overgemaakt afkomstig is van de oplichting of een ander misdrijf. Alleen dat had de officier van justitie aan man ten laste gelegd.

Van 35-jarige man kan de rechtbank niet vaststellen dat hij betrokken was bij de oplichting of het wegsluizen van geld afkomstig van die oplichting of een ander misdrijf. De officier van justitie verweet de man dat het geld dat contant op zijn rekening was gestort en naar zijn rekening was overgemaakt afkomstig was van een misdrijf. De rechtbank vindt dat er geen sprake is van een ongebruikelijke geldstroom en spreekt de man daarom vrij van witwassen. 

4 mannen (23, 25, 32 en 48 jaar) en 2 vrouwen (30 en 44 jaar) moesten zich voor de politierechter verantwoorden, omdat op hun ING-rekening het geld van de oplichtingen binnenkwam en vervolgens contant werd opgenomen. De officier van justitie vond dat 3 van de mannen en de 2 vrouwen zich daarmee schuldig hadden gemaakt aan witwassen. De 48-jarige man moest volgens de officier van justitie worden vrijgesproken, omdat zijn betrokkenheid niet kon worden vastgesteld.

De politierechter sprak de 25-jarige man en de 30-jarige vrouw al op 21 december 2023 vrij. De politierechter stelde vast dat zij hun bankrekening ter beschikking hadden gesteld voor het witwassen, maar van verdere betrokkenheid was geen sprake. Omdat de officier van justitie alleen witwassen ten laste had gelegd en geen medeplichtigheid aan witwassen, sprak de politierechter de man en de vrouw hiervan vrij.

De politierechter spreekt de 48-jarige man en zijn 44-jarige ex-vrouw vrij, omdat ze niet kan vaststellen wie daadwerkelijk betrokken was bij het misbruiken van de rekening op naam van de 48-jarige man. 

Van de andere 2 mannen veroordeelt de politie rechter de 32-jarige man voor witwassen. De man moet een taakstraf van 180 uur verrichten. Hij liet zijn bankrekening gebruiken voor het witwassen en nam ook zelf contant geld op van de rekening. De politie trof bij hem thuis 10 duizend euro aan. Dit geld had hij gekregen als vergoeding voor het witwassen. Dat geld hoeft hij niet terug te betalen aan de Staat. De 10 duizend euro is bestemd voor het slachtoffer van de oplichting. De politierechter oordeelt dat hij ruim 100 duizend euro moet terugbetalen aan het slachtoffer vanwege zijn betrokkenheid bij het witwassen van het geld. 

De 23-jarige man liet tegen een vergoeding van duizend euro zijn bankrekening gebruiken voor het wegsluizen van het oplichtingsgeld. Hij was verder niet betrokken bij het witwassen zelf, maar was door het beschikking stellen van zijn ING-rekening wel medeplichtig aan witwassen. De politierechter veroordeelt de man daarom tot een taakstraf van 50 uur. De man gaf openheid van zaken en trof in 2021 al een schikking met 1 van de slachtoffers van de oplichting. De politierechter houdt hier in het voordeel van de man rekening mee bij het bepalen van de straf.