De rechtbank legt aan vier mannen de maximale taakstraf van 240 uur op en een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand. Een vijfde man zat 81 dagen in voorarrest. Hij krijgt daarom een taakstraf van 162 uur. Door het voorarrest komen op die taakstraf uren in mindering, wat betekent dat hij de opgelegde taakstraf niet meer hoeft te verrichten. Hij krijgt een lagere taakstraf dan de andere mannen, omdat een gevangenisstraf - in dit geval in de vorm van voorarrest - een zwaardere soort straf is dan een taakstraf. Net als aan de andere mannen legt de rechtbank aan hem daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand op.
De rechtbank houdt er rekening mee dat het gaat om fors en volstrekt zinloos geweld, waarbij hard tegen het hoofd van het slachtoffer is getrapt en dat hij letsel heeft opgelopen. Dat het niet slechter met het slachtoffer is afgelopen, is een kwestie van geluk. De rechtbank rekent het de mannen aan dat zij bij het bewusteloze slachtoffer zijn weggelopen. Verder spreekt de proceshouding van de mannen niet in hun voordeel. Ze hebben niet verteld wie de persoon is geweest die het slachtoffer tegen het hoofd heeft getrapt, terwijl ze wel lijken te weten wie dit is geweest. Het lijkt er sterk op dat de mannen elkaar 'de hand boven het hoofd houden'. Ook namen zij niet of nauwelijks verantwoordelijkheid voor hun eigen aandeel in het geweld. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou daarom passend zijn. Toch legt de rechtbank geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op. Zij heeft daarbij onder meer gekeken naar het strafblad van de mannen, waarop geen eerdere geweldsfeiten staan. Verder kijkt de rechtbank ook naar hun jonge leeftijd en het tijdsverloop van deze zaak.