Laden...

Veroordelingen voor voormalig directeuren Limburgse woningstichting

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Limburg > Nieuws > Veroordelingen voor voormalig directeuren Limburgse woningstichting
Maastricht, 19 februari 2020

De rechtbank heeft vandaag 2 voormalige directeuren van een woningstichting in Limbricht veroordeeld voor fraude. Het gaat om vader en zoon. De 44-jarige zoon is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk. Daarnaast legt de rechtbank een beroepsverbod op: hij mag 5 jaar lang niet als directeur of bestuurder van een instelling voor volkshuisvesting werken. De 77-jarige vader is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 10 maanden en een taakstraf van 80 uren.

Fraude bij een woningstichting

De zoon volgde in 2007 zijn vader op als directeur van de woningstichting. Na een onderzoek in opdracht van de minister van Binnenlandse Zaken naar mogelijke fraude bij de woningstichting werd hij in 2013 op staande voet ontslagen. Uit het strafrechtelijk onderzoek bleek dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan verduistering. Drie jaar lang heeft hij zich te veel salaris laten uitkeren en heeft hij duizenden euro’s geld gepind voor privéuitgaven. Ook liet hij privéuitgaven door de woningstichting betalen. Om dit te verdoezelen vervalste hij de boekhouding van de woningstichting. Ook de kosten van een onderneming waarvan hij – zonder medeweten van de Raad van Toezicht - mede-eigenaar was, liet hij als directeur door de woningstichting bekostigen. De man betaalde ten slotte zijn vader voor werkzaamheden als adviseur en bouwbegeleider een veel hoger tarief dan met de Raad van Toezicht was afgesproken. En hij betaalde hem voor werkzaamheden die in werkelijkheid niet waren verricht. Hiervoor werd de boekhouding ook vervalst. Hij heeft de woningstichting zeker voor 370.000 euro benadeeld.

De 77-jarige vader was van 1994 tot 2007 directeur van de woningstichting. Na zijn pensioen verrichte hij nog werkzaamheden als adviseur en bouwbegeleider voor twee nieuwbouwprojecten tegen een afgesproken uurtarief. In samenspraak met zijn zoon heeft hij in 2008 een offerte en een factuur voor deze werkzaamheden ingediend met daarop de datum februari 2007 en tegen percentage van de aanneemsom, een veel hoger tarief. En in de jaren 2009 en 2010 heeft hij rekeningen ingediend terwijl het laatste nieuwbouwproject al in 2008 was opgeleverd. Op deze manier heeft hij zich jarenlang schuldig gemaakt aan het vervalsen van de bedrijfsadministratie van de woningstichting.

Strafverzwarend

Het gedrag van een directeur van een woningstichting moet onberispelijk zijn, juist omdat een woningstichting zich richt op de sociale woningbouw en de volkshuisvesting voor de minst bedeelden in de samenleving. Het is moeilijk te begrijpen en zeer verwerpelijk dat deze directeuren de woningstichting uit ongebreidelde geldzucht financieel voor enkele tonnen benadelen. Zij hebben door  vergaand grensoverschrijdend gedrag niet alleen het vertrouwen van de woningstichting geschaad, maar ook het vertrouwen van de maatschappij in de integriteit van (oud)bestuurders van woningstichtingen.

De rechtbank heeft voor de verdachten in matigende zin rekening gehouden met de lange tijd die het strafrechtelijk onderzoek en de berechting heeft geduurd.

Uitspraken