Ook de rechtbank oordeelt nu dat de burgemeester niet bevoegd is om het lachgasverbod op te leggen. Hij mág voorschriften opleggen aan een exploitatievergunning, maar alleen in het belang van de openbare orde. De rechtbank is het met de uitbaters van de cafés eens dat die openbare orde momenteel niet verstoord wordt. Een burgemeester mag voorschriften aan een vergunning verbinden, ook om veiligheidsrisico’s te voorkomen, maar het gaat hier om een al bestaande situatie en er zijn geen incidenten geweest, dus is er volgens de rechtbank geen sprake van een dreigende verstoring van de openbare orde die het opleggen van zo’n verbod kan rechtvaardigen. Daarnaast staat in de Gemeentewet dat een burgemeester ook mag optreden in het belang van de veiligheid en gezondheid, maar dat is beperkt tot acute situaties waarin ingrijpen nodig is en daarvan is geen sprake. Lachgas is bovendien vooralsnog legaal en niet in strijd met de Opiumwet. Dat betekent ook dat het voorhanden hebben en de verkoop van lachgas op zich geen inbreuk vormen voor de openbare orde.