Op 10 november vorig jaar trokken 18 demonstranten van Extinction Rebellion en Christian Climate Action naar het pand van PGGM in Zeist. Ze richtten zich tot de pensioenuitvoerder omdat die de beleggingen uitvoert voor Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) dat investeert in fossiele brandstoffen, zoals gas en olie. Volgens PGGM kwamen de demonstranten rond 12:15 uur met spandoeken binnen. Ze hielden speeches, zongen liederen en klapten voor elkaar. In de aangifte staat dat verschillende actievoerders zich hinderlijk gedroegen. Toen aan de demonstranten werd gevraagd of ze het pand wilden verlaten, kozen 4 ervoor om daar gehoor aan te geven. De overige 14 bleven en werden vervolgens rond 16:30 uur door de politie gearresteerd. Die hield ze een paar uur vast op het bureau. 

De verdachten benadrukten op zitting dat ze op de bewuste dag op een rustige manier het pand binnen kwamen en de sfeer goed was. Ook legden ze de politierechter uit dat ze niet zomaar naar binnen zijn gegaan, maar dat al eerder contact is geweest met de pensioenuitvoerder. Ze maken zich zorgen over de klimaatcrisis en de doelen die volgens hen niet gehaald worden. Omdat PGGM niets lijkt te doen zien ze het als hun plicht om het bedrijf op hun verantwoordelijkheden te wijzen. Maar volgens de officier van justitie hebben de demonstranten dit op een verkeerde manier gedaan. Door geen gehoor te geven aan het verzoek om het kantoorpand te verlaten, hebben ze zich volgens de officier schuldig gemaakt aan het medeplegen van lokaalvredebreuk. Ze eiste in alle 14 zaken een geldboete van € 150,-. 

Volgens de politierechter is in deze zaken inderdaad sprake van lokaalvredebreuk. De demonstranten verbleven in een (niet-openbaar) pand, en bleven daar, terwijl hen meerdere keren was verzocht te vertrekken. Tóch gaat de politierechter niet mee met de strafeis van de officier van justitie. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens hecht bijzonder veel waarde aan het demonstratierecht en zegt dat kritisch moet worden gekeken naar beperkingen daarvan. Dit geldt ook voor demonstraties in niet-openbare gebouwen. In deze zaak gaat om een vreedzame demonstratie, zonder vernielingen en geweld, die enkele uren duurde. Er was enige hinder, maar niet zodanig dat het vervolgen van de 14 verdachten gerechtvaardigd was. Ze worden daarom ontslagen van alle rechtsvervolging.