De officier van justitie eiste 360 dagen cel tegen de teamleider, waarvan 86 dagen voorwaardelijk. De rechtbank vindt een taakstraf van 240 uur, de maximale taakstraf, passend en legt de vrouw daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden op. De rechtbank ziet geen ruimte om de verdachte een beroepsverbod op te leggen. Een beroepsverbod is namelijk alleen mogelijk bij specifiek in de wet omschreven misdrijven en de door verdachte gepleegde strafbare feiten vallen daar niet onder. De verdachte die samen met de teamleider een patiënt met een broekriem aan een reling vastbond krijgt 40 uur taakstraf opgelegd wegens vrijheidsberoving. De derde verdachte is schuldig bevonden aan mishandeling door te helpen met het verslepen van een patiënt, maar krijgt geen straf. Vlak voor het verslepen van de patiënt uitte zij haar zorgen over het verslepen bij de medeverdachte, die haar leidinggevende was, die dit wegwuifde en erop aandrong dat zij haar hielp. Het is goed voorstelbaar dat deze verdachte, als jonge en nieuwe medewerker, ontzag had voor de teamleider en daarom meehielp. Na het feit heeft de verdachte melding gemaakt van het incident en heeft zij zich direct en oprecht bekommerd om het slachtoffer. Sindsdien heeft zij zich zeer schuldbewust en berouwvol opgesteld. Mede daarom vindt de rechtbank het niet passend om deze verdachte een straf op te leggen.