Als de man vastzit, op verdenking van het in bezit hebben en vervoeren van grote hoeveelheden drugs, blijkt dat er een filmpje is van zijn staandehouding. De beelden zijn gemaakt door een politievlogger en zijn daarna op YouTube geplaatst. In het proces verbaal staat niets over dit filmpje. Op zitting constateert de rechtbank dat het proces verbaal op een aantal cruciale punten niet overeenkomt met de camerabeelden. Zo is te zien dat de agenten de man niet naar zijn naam vragen en zonder toestemming in het dashboardkastje en in de plastic tas kijken. Ook is de cautie, de mededeling dat een verdachte het recht heeft om te zwijgen, niet op tijd gegeven. Verder laten de beelden zien dat een agent de tas eerst naar zich toetrekt en daarna openmaakt. Terwijl in het proces verbaal staat dat de tas al open was.