De rechtbank hecht wel geloof aan de verklaring van de jongen dat zijn intentie niet seksueel van aard was en hij zich niet bewust was van het seksuele karakter van zijn handelen. Maar gelet op de omstandigheden waaronder de jongen de handelingen verrichtte, moeten deze toch als ontuchtige handelingen worden gezien. De intentie van de jongen is daarin niet doorslaggevend. De rechtbank vindt het bepalend dat in de maatschappij in het algemeen wordt gevoeld dat het onverhoeds slaan op de billen van een vrouw als zij alleen in het donker over straat loopt, als een handeling van seksuele aard die in strijd is met de sociaal-ethische norm.
Bij de door de jongen gepleegde strafbare feiten lijken de destijds geldende coronamaatregelen een belangrijke rol gespeeld te hebben. Hij kwam hierdoor in een isolement. Dat werd verstrekt door problemen binnen zijn vriendengroep. Hij had moeite om met deze veranderingen in zijn leven om te gaan. Als uitlaatklap en vanuit verveling ging hij fietsen, op zoek naar spanning en vertier. Tijdens deze fietstochten pleegde hij de strafbare feiten.
De rechtbank heeft de adviezen van de hulpverlening overgenomen en de jongen strafbaar verklaard voor wat hij heeft gedaan maar hem geen straf opgelegd omdat dit geen doel meer dient. De rechtbank heeft bij de beslissing betrokken dat de jongen volledige verantwoordelijkheid heeft genomen voor wat hij heeft gedaan en al een intensief hulptraject heeft doorlopen. Verder heeft de rechtbank meegewogen dat de kans op herhaling laag wordt ingeschat en dat de jongen zich het afgelopen anderhalf jaar positief heeft ontwikkeld. Vanuit de jeugdreclassering is voor hem een traject bij de Hoofdtrainer ingezet, waar hij zich enthousiast en gemotiveerd voor heeft ingezet. Hij heeft er veel aan gehad. Deze hulpverlening, wordt mede vanuit de wens van de jongen en zijn ouders zelf, vanuit het vrijwillig kader voortgezet.