Laden...

Op de rol: ‘Dan hoef ik niet meer te leven ook’

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Noord-Holland > Nieuws > Op de rol: ‘Dan hoef ik niet meer te leven ook’
Alkmaar, 05 oktober 2022

Edwin* (53) woont bij zijn moeder thuis in Alkmaar. Dat vindt zijn hoogbejaarde moeder prettig. Edwin bevalt het ook. 'Hij is een 'informele mantelzorger voor zijn moeder', zegt zijn advocaat. Als we de buren mogen geloven, is hij óók een structurele herriemaker. Edwin heeft psychische problemen en is verslaafd.

Edwin zou niet alleen de woning van zijn hoogbejaarde moeder op stelten zetten, hij zou haar ook naar het leven staan. Helemaal niet waar, zeggen moeder en zoon. De buren liegen en roddelen. De woningbouwvereniging heeft intussen wel genoeg van de overlast die Edwin veroorzaakt en eist dat zijn moeder, die zij als huurder van de woning aansprakelijk houden voor die overlast, haar huis ontruimt en de sleutels inlevert.

Spagaat

Die eis van de woningbouwvereniging ligt inmiddels voor bij de kantonrechter. Om te voorkomen dat deze kantonrechter de woningbouwvereniging gelijk geeft en moeder haar huis uit moet, heeft haar bewindvoerder zoon Edwin voor een andere rechter gedaagd, de voorzieningenrechter. 'En daar hebben we van de kantonrechter toestemming voor gekregen', zegt de bewindvoerder tegen de Alkmaarse voorzieningenrechter Saarloos. Moeders bewindvoerder wil dat zoon Edwin vertrekt, zodat moeder in de straat kan blijven wonen. 'Ik zit in een spagaat', zegt de bewindvoerder tegen de rechter. 'Ik ga tegen haar wil in, maar ik doe het in haar belang. Zij wil dat haar zoon bij haar blijft wonen, maar daarmee verliest ze waarschijnlijk wel haar woning.' 

Brief

Moeder heeft Edwins advocaat en de rechter een brief geschreven waarin ze vertelt dat ze niet wil dat Edwin vertrekt. Ze schrijft: 'Hij bedreigt niemand in de buurt en mij ook niet, laat staan dat hij mij mishandelt. Het is evident dat hij niet dakloos mag zijn en bovendien is het onbeschrijflijk harteloos.' 'Is deze brief in volle vrijheid geschreven?', vraagt advocaat Baars van de bewindvoerder zich af. 'Hoeveel druk is er uitgeoefend op een zorgzame moeder? Dat weet ik niet, maar ik begrijp wel dat mevrouw zich zorgen maakt over haar zoon en niet wil dat hij op straat komt te staan. Dat zie je bij veel ouders van verslaafde kinderen. En dan is het schrijnend om in de dagvaarding te lezen dat haar zoon haar onheus bejegent, niet 1 keer maar vaker.' Om erger te voorkomen kan de voorzieningenrechter volgens advocaat Baars maar 1 ding doen: Edwin opdragen te vertrekken bij zijn moeder. Zo snel mogelijk.

Buren

Moeder wil niet dat haar zoon vertrekt, benadrukt Edwins advocaat. De bewindvoerder heeft volgens hem geen recht van spreken. ‘Mevrouw heeft de bewindvoerder geen opdracht gegeven om actie te ondernemen tegen haar zoon. Hij behartigt alleen haar financiële zaken. Niet meer dan dat.’ Advocaat Kiewitt vindt ook dat de overlast enorm wordt opgeblazen. ‘Ik heb de bestuurlijke rapportage bekijken. Er zijn in 2022 slechts 3 meldingen gedaan. Die kunnen in mijn ogen terzijde worden geschoven. 2 gaan over huiselijk geweld. Moeder zegt dat er geen geweld tegen haar is gepleegd door haar zoon. De politie komt, en die zien niets. In maart was er een melding van overlast, maar ik lees dat Edwin onwel was geworden. Mij is trouwens opgevallen dat alle overlastmeldingen van 1 adres komen. De andere buren beklagen zich kennelijk niet.’

Kliniek

Edwin is in 2021 3 keer opgenomen geweest in een gesloten kliniek voor een dubbele diagnose: verslaving (drank, drugs) gecombineerd met ten minste 1 psychiatrische stoornis, die geen onmiddellijk gevolg is van het middelenmisbruik. 'Bent u daar ontslagen of bent u er zelf vertrokken?', vraagt de voorzieningenrechter. Edwin: 'Ik wou weg. Het duurde heel lang en ik was het ook niet eens met de zorgmachtiging.' (In een zorgmachtiging zegt de rechter welke zorg Edwin zonder zijn toestemming krijgt.) De buren heeft hij nooit lastiggevallen of bedreigd, en zijn moeder al helemaal niet. Edwin: 'De buren zijn nooit langs geweest met hun klachten. Ze maken hatelijke opmerkingen en ze vertellen leugens. Het zijn rotzakken, hoor.' 

Gebrul

'Het gaat niet om piepende deuren', zegt de advocaat van de bewindvoerder. 'Mijnheer zorgt al jaren voor overlast. En er zijn wel degelijk recente klachten. Dit jaar in februari bonkt en schreeuwt en bedreigt hij. Er staan 4 politieauto's in de straat en een ambulance voert mijnheer weg.' 'Een incidentje', zegt Edwin. 'In maart worden buren opgeschrikt door gebrul en het slaan van deuren. Het is voorspelbaar dat het misgaat en het is onvoorspelbaar wanneer. Dat is heel naar om in te moeten wonen. Mensen schrikken zich rot als er weer eens ambulances en politieauto's met zwaailichten de straat inrijden. Mijnheer moet daar echt weg. Dat is niet fijn, maar er zijn woonalternatieven.' 'De advocaat heeft het over februari, we zijn nu 6 maanden verder, er is sindsdien niets gebeurd. Het is niet permanent onrustig in de flat', reageert Edwins advocaat.

Voorlezen

Edwins moeder zit al die tijd in de zaal, en krijgt af en toe ingefluisterd wat er wordt gezegd. Omdat iedereen met zijn rug naar haar toe zit (behalve de rechter), hoort ze niets. Ze is ontevreden. ‘Mag ik wat zeggen?’, vraagt ze. Nee, dat mag niet van de rechter, ‘want u bent geen partij. Maar ik zal straks wel voorlezen uit uw brief.’ 

Kans

Dat doet voorzieningenrechter Saarloos als hij na een korte schoring meteen zijn beslissing geeft. Er is spoed geboden, vindt de rechter. En de bewindvoerder heeft wel degelijk recht van spreken. De rechter: ‘De bewindvoerder zegt in een spagaat te zitten, en dat geldt eigenlijk ook voor deze voorzieningenrechter. Ik heb de brief van mevrouw gelezen. U schrijft dat het onbeschrijflijk harteloos zou zijn om uw zoon uit huis te zetten. Maar de bewindvoerder en de voorzieningenrechter moeten beoordelen wat uw toekomst is als er op korte termijn niets gebeurt. De kans is groot dat de kantonrechter dan de vordering van de woningbouwvereniging toewijst en dat u allebei op straat staat. Als er in de tussentijd niet iets anders gebeurt, en daar zit ik voor.’

Gedrag

Over bedreigingen en mishandeling van moeder wil de voorzieningenrechter het niet hebben, maar de overlast die Edwin veroorzaakt is voor de rechter wel een punt. Rechter Saarloos: 'Die leveren ten opzichte van uw moeder een onrechtmatige daad op. Waarom? Omdat de consequentie van uw gedrag is dat uw moeder waarschijnlijk op straat komt te staan. Om dat te voorkomen, wijs ik de vordering toe en draag ik u op de woning van uw moeder te verlaten.' De bewindvoerder wil dat dit binnen 3 dagen gebeurt, maar dat vindt de rechter veel te kort. 'Ik maak er 6 weken van, ook omdat ik niet van recente overlast heb gehoord.' 

Hotelkamer

Edwin: 'Ik moet eruit?' De rechter: 'Ja, u moet eruit.' Edwin: 'Dan hoef ik niet meer te leven ook. Dan heb ik niks meer.' De rechter: 'U hebt 6 weken de tijd om met hulp van de hulpinstanties iets anders te vinden, zodat uw moeder in haar woning kan blijven.' Moeder is net zo ontzet als haar zoon. 'Vluchtelingen krijgen een hotelkamer en mijn zoon moet mijn huis uit.'

* Dit is niet zijn echte naam.

Lees hier meer 'Op de Rol'-verhalen.

Uitspraken