Eenmaal
thuis na twaalf dagen gevangenschap was het pas echt moeilijk, zegt Ava. ‘Als
ik boodschappen ging doen, riepen de kleintjes: “Wat ga je doen, kom terug!”
Die anderen wilden alles weten: “Hoe, wat, waarom?”’ De politierechter: ‘En u
had twee banen, begrijp ik?’ Ava: ‘Die heb ik gelukkig nog. Ik ben ook met een
hbo-opleiding verpleegkunde begonnen.’ Rechter Van der Lelie: ‘Maar op wat u hebt
gedaan staat wel een gevangenisstraf. Wat zou dat voor u betekenen?’ Ava: ‘Dan
ben ik mijn werk kwijt, mijn huis. Ik heb mij door de toeslagenaffaire moeten
vechten. Daarom ben ik ook in de problemen gekomen. Ik ben keihard gaan werken
en gaan studeren, ook voor mijn kinderen.’ De rechter: ‘Wat zou een alternatief
zijn?’ Ava: ‘Dat ik ga werken?’ De rechter: ‘Bij mannen wordt het over het
algemeen een gevangenisstraf, bij vrouwen met kinderen is er wat meer coulance.
Dat is toch een beetje raar. Maar laat ik niet op de zaken vooruitlopen, want
daar gaan de officier van justitie en de raadsman vast het een en ander over
zeggen.’