Laden...

Klusjesman in zaak Ruinerwold veroordeeld

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Noord-Nederland > Nieuws > Klusjesman in zaak Ruinerwold veroordeeld
Assen, 14 juni 2022

De rechtbank Noord-Nederland heeft vandaag verdachte (de klusjesman) veroordeeld ter zake medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving van de zes jongste kinderen van het gezin van de boerderij in Ruinerwold. Ook is hij veroordeeld voor het medeplegen van de wederrechtelijke vrijheidsberoving van een ander persoon. Verdachte is wel vrijgesproken van de wederrechtelijke vrijheidsberoving van de oudste drie kinderen en het mishandelen van alle kinderen. De rechtbank veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaar, met aftrek van de tijd die al in voorarrest is doorgebracht.

Vrijspraak

Gelet op het contact dat de drie oudste kinderen hadden met de buitenwereld, het feit dat zij tot op zekere hoogte onderdeel waren van de maatschappij en op zich vrij waren om zich in de buitenwereld fysiek te verplaatsen, is de rechtbank van oordeel dat hetgeen hen is overkomen, niet valt onder het begrip wederrechtelijke vrijheidsberoving als bedoeld in artikel 282 van het Wetboek van Strafrecht.   Verdachte is voor dit deel van de onder feit 1 primair wederrechtelijke vrijheidsberoving dan ook vrijgesproken.

Met betrekking tot de mishandeling is de rechtbank van oordeel dat vast is komen te staan dat de feitelijkheden en geweldshandelingen die in de tenlastelegging zijn opgenomen, plaats hebben gevonden en dat de kinderen aldus door hun vader zijn mishandeld. Er is echter niet komen vast te staan dat verdachte op enige wijze de geweldshandelingen van de vader heeft ondersteund of dat hij anderszins heeft bijgedragen aan het ontstaan of het voortduren ervan.

Vrijheidsberovingen

Met betrekking tot de jongste kinderen heeft de rechtbank overwogen dat ze van jongs af aan door de vader zijn geïndoctrineerd met de overtuiging dat de buitenwereld slecht is en dat daardoor contact met de buitenwereld moet worden vermeden. Vanaf hun geboorte tot het moment van het aantreffen van het gezin in de boerderij hebben zij afgescheiden van de samenleving geleefd. Een samenleving waarin zij zich ook niet vrij zouden hebben kunnen bewegen omdat zij nooit zijn ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Voorts zou het verlaten van het gezin hebben betekend dat zij hun levensmissie zouden verloochenen, het gezin zouden verraden en onder de slechte invloeden van de buitenwereld zouden komen te staan, als gevolg waarvan terugkeer naar het gezin was uitgesloten. Het gezin was het enige bekende dat zij hadden. Door de vader is aldus een zodanige situatie gecreëerd dat de kinderen niet weg durfden te gaan, uit vrees voor uitsluiting en onderhevig te raken aan slechte invloeden, terwijl zij zich niet zelfstandig staande zouden kunnen houden in de maatschappij.

De vader heeft de grenzen van de hem toegekende vrijheid zijn kinderen volgens zijn eigen overtuiging op te voeden overschreden en de jongste kinderen wederrechtelijk van hun vrijheid beroofd.

Verdachte heeft een essentiële rol heeft gespeeld in het geheel en zonder zijn bijdrage was het voor de vader niet mogelijk geweest om de kinderen gedurende zo'n lange periode geïsoleerd van de maatschappij te laten leven. Er is aldus sprake geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de vader die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.

Daarnaast heeft verdachte samen met de vader een andere man, die een volgeling was van de vader van zijn vrijheid beroofd. Verdachte en de vader hebben hem – na een onenigheid - vastgepakt, hem vastgebonden en hem in een keet opgehangen. Hij is in die keet wekenlang opgesloten geweest en kon daaruit niet weggaan.

Straf en gevangenneming

Voornoemde feiten zijn gepleegd in het kader van het gedachtegoed van de vader, een gedachtegoed dat verdachte met hem deelde. Hoewel verdachte als medepleger volledig verantwoordelijk is voor de vrijheidsberoving van de kinderen en van de andere man, had hij hierbij wel een andere rol dan de vader. De vader was de (geestelijke) leider en verdachte de discipel die het als zijn levensdoel had gesteld, hem dienstbaar te zijn in het uitdragen van diens geloof en levenswijze. Verdachte heeft bewust gekozen om onderdeel te zijn van zijn systeem. Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van drie jaar passend en geboden is, dit met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht.

Op vordering van de officier van justitie heeft de rechtbank de gevangenneming van verdachte bevolen. 


Uitspraken