De redenen waarom de rechtbank tot gegrondverklaringen kwam, verschilden. Twee klagers hadden een schoon strafblad. Eén klager had een strafblad waarop alleen rijden onder invloed staat. Dat feit is echter niet op te sporen met DNA-onderzoek.
Twee klagers hadden een strafblad waarop meer feiten stonden. Echter, voor die feiten gold dat ze niet zijn op te sporen met DNA-onderzoek, of dat die feiten heel oud en heel licht waren, of dat voor die feiten in het verleden helemaal geen straf was opgelegd. De rechtbank kon dus niet uit het strafblad van die twee afleiden dat zij misschien een nieuw feit zouden plegen dat met DNA kan worden opgespoord.