Laden...

Uitspraak in zaak mishandeling tweelingbroers Vrouwenparochie

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Noord-Nederland > Nieuws > Uitspraak in zaak mishandeling tweelingbroers Vrouwenparochie
Leeuwarden, 25 augustus 2020

De rechtbank Noord-Nederland heeft op 25 augustus 2020 drie mannen veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en bijzondere voorwaarden voor (medeplegen van) poging tot doodslag.

Harde vuistslagen

De mannen waren in 2018 in een feesttent in Vrouwenparochie. Man (1) zag daar een persoon lopen die hij ervan verdacht eerder zijn broertje te hebben mishandeld. Hij is naar de man toegelopen en werd erg boos. Hij is op de man in gaan slaan. De man kwam ten gevolge van de harde vuistslagen op de grond terecht en verdachte heeft zichzelf daarna aan de bar omhoog getrokken en heeft met zijn volle gewicht op het gezicht van de man getrapt. Hij ging door met het intrappen op de man en moest van de man worden afgetrokken om hem te doen stoppen. De rechtbank heeft hem hiervoor veroordeeld voor poging tot doodslag. De andere mannen zijn voor dit feit vrijgesproken, omdat niet kon worden bewezen dat zij een aandeel in het geweld tegen dit slachtoffer hebben gehad.


Toen de tweelingbroer van het slachtoffer zijn broer zou helpen werd hij door onder meer de mannen (2) en (3) aangevallen. Mannen (2) en (3) zijn broers. Ze hebben de man harde vuistslagen gegeven en een van hen heeft op een gegeven moment de haren van de man vastgepakt en hem hard met zijn hoofd op de bar geslagen. Ook kreeg de man harde vuistslagen in zijn gezicht, terwijl een van hen hem aan zijn haren vasthield. Door dit geweld is de man op de grond gevallen en ook op de grond ging dit forse geweld tegen hem door. De mannen (2) en (3) moesten door beveiligers van de man worden afgetrokken. De rechtbank heeft de mannen (2) en (3) hiervoor veroordeeld voor medeplegen van poging tot doodslag. Man (1) is voor dit feit vrijgesproken, omdat niet kon worden bewezen dat hij een aandeel in dit geweld heeft gehad.

Grote impact

De delicten hebben een grote impact op de slachtoffers, hun gezin, hun omgeving en hun werk gehad.

Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met de omstandigheid dat de feiten al meer dan twee jaar geleden zijn gepleegd, waardoor de redelijke termijn is overschreden en de mannen de afgelopen vijf jaren niet voor geweldsdelicten zijn veroordeeld. De reclassering acht bij alle drie de mannen bijzondere voorwaarden nodig om de kans op herhaling te verkleinen.


De rechtbank is van oordeel dat de (landelijke) media aandacht die de zaak heeft gehad niet matigend moet werken op de strafmaat. Deze aandacht is bij dergelijk delicten te verwachten en hebben de mannen door hun gedrag over zichzelf afgeroepen. De rechtbank legt een deels voorwaardelijke straf op omdat de mannen in de afgelopen twee jaar -zonder opnieuw met justitie in aanraking te zijn gekomen- hun leven weer hebben opgebouwd met familie en werk.

Strafoplegging

De rechtbank heeft de mannen een gevangenisstraf van 12 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met aftrek van het voorarrest en proeftijd van twee jaren en bijzondere voorwaarden opgelegd.


De rechtbank heeft ook beslist dat man (1) de schade van het eerste slachtoffer moet betalen en dat de mannen (2) en (3) de schade van het tweede slachtoffer moeten betalen. De rechtbank vond de schade van het tweede slachtoffer met betrekking tot de inkomstenderving onvoldoende onderbouwd om in het strafproces te beoordelen. Deze schade is niet toegewezen. Ook heeft de rechtbank het smartengeld gematigd.


De partner van het tweede slachtoffer heeft schade gevorderd in verband met shockschade. De rechtbank vond haar vordering ten aanzien van het eerste slachtoffer niet ontvankelijk en ten aanzien van het tweede slachtoffer heeft de rechtbank haar vordering deels toegewezen door de hoogte van het smartengeld te matigen.

Uitspraken