Laden...

3 jaar cel voor poging verkrachting in ’s-Hertogenbosch

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Oost-Brabant > Nieuws > 3 jaar cel voor poging verkrachting in ’s-Hertogenbosch
's-Hertogenbosch, 13 juli 2015
Een 39-jarige man uit Middelburg is door de rechtbank Oost-Brabant veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 jaar. Hij probeerde in augustus vorig jaar een vrouw te verkrachten.
 

De man achtervolgde een 68-jarige vrouw toen zij ’s avonds naar huis fietste vanaf het station in ’s-Hertogenbosch. Op een verlaten fietspad blokkeerde hij haar de weg met zijn auto waardoor zij moest afstappen. De man sprong uit zijn auto, duwde tegen de fiets en pakte de vrouw bij haar gezicht vast om haar te kunnen zoenen. Daarna duwde hij haar bovenkleding omhoog en betastte haar. Vervolgens duwde de man het slachtoffer de auto in, trok haar onderkleding naar beneden en ging op haar liggen. Toen de vrouw licht zag, riep ze om hulp en vluchtte de verdachte met zijn auto.
 
Op basis van DNA-materiaal op de beha van de vrouw en een pet die op het fietspad is aangetroffen, kon de verdachte worden aangehouden.
Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank onder meer de ingrijpende gevolgen voor het slachtoffer mee. De verdachte stelde zijn eigen behoeftebevrediging voorop. Het bleef bij een poging omdat er toevallig mensen passeerden. De rechtbank kenschetst deze daad van de verdachte als een afschuwelijk en laf misdrijf. Daarnaast weegt de rechtbank mee dat de man in 2012 eerder is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaar voor een verkrachting en het medeplegen van een verkrachting. Hij was in juni 2014 voorwaardelijk in vrijheid gesteld. Omdat de verdachte nog in de proeftijd zat van die voorwaardelijke invrijheidsstelling en zo kort na zijn vrijlating weer een ernstig delict pleegde, beveelt de rechtbank dat hij het voorwaardelijke deel van ongeveer twee jaar alsnog moet uitzitten.

Uitspraken